Reactie NJCM op Tijdelijke experimentenwet assistentie bij het stemmen

Het NJCM heeft gereageerd op het conceptvoorstel voor een Tijdelijke experimentenwet assistentie bij het stemmen. Het doel van dit conceptvoorstel is om kiezers met een beperking zo veel mogelijk zelfstandig te kunnen laten stemmen. Echter heeft de regering besloten om bij wijze van experiment de mogelijkheid te openen om aan alle keizers assistentie te verlenen in het stemhokje. Het NJCM onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel om kiezers die vanwege een verstandelijke beperking niet zelf kunnen stemmen, in de gelegenheid te stellen om hun stem uit te brengen bij verkiezingen.

Met betrekking tot de precieze vormgeving van het conceptvoorstel vraag het NJCM bijzondere aandacht ten aanzien van drie zorgpunten.

Uitbreiding tot alle kiezers

Het NJCM uit haar zorg voor de uitbreiding van de groep kiezers die voor assistentie in aanmerking komt tot alle kiezers in plaats van louter kiezers met een lichamelijke dan wel verstandelijke beperking. Volgens het NJCM noopt het faciliteren van het zelfstandig stemmen van mensen met een beperking door hen assistentie bij het stemmen te verlenen, niet direct tot het verlenen van assistentie aan alle kiezers. De assistentie-mogelijkheid uitbreiden voor alle kiezers doet onevenredige en onnodige afbreuk aan het grondwettelijke stemgeheim.

Het recht op ondersteuning door een persoon naar eigen keuze

Verder uit het NJCM haar zorgen over het vereiste dat de nodige assistentie louter wordt verleend door een lid van het stembureau. Op grond van het VN-verdrag Handicap hebben personen met een lichamelijke handicap recht op ondersteuning bij het uitbrengen van hun stem door een persoon naar eigen keuze. Met de experimentenwet ondermijnt de regering dit recht door het vereiste van ondersteuning door een lid van het stembureau.

Discretionaire bevoegdheid voorzitter stembureau

Tot slot zet het NJCM vraagtekens bij de discretionaire bevoegdheid van de voorzitter van het stembureau tot het al dan niet verlenen van een verzoek om assistentie. Het is het NJCM niet duidelijk waarom de voorzitter hier een discretionaire bevoegdheid krijgt toegekend en deze bevoegdheid niet gebonden is. Om willekeur bij het al dan niet verlenen van assistentie te voorkomen, acht het NJCM het noodzakelijk om de bevoegdheid van de voorzitter niet-discretionair te maken.

Advies NJCM

Het NJCM adviseert de regering om, met het oog op het stemgeheim, de assistentie bij het stemmen te beperken tot kiezers met een lichamelijke of verstandelijke beperking, in plaats van alle kiezers. Daarnaast adviseert het NJCM om wat betreft de vorm van assistentie geen onderscheid in beperking te maken en aan te sluiten bij hetgeen in het VN-verdrag Handicap is bepaald ten aanzien van kiezers met een lichamelijke beperking, namelijk assistentie door een persoon naar eigen keuze. Tot slot adviseert het NJCM om de bevoegdheid van de voorzitter van het stembureau niet-discretionair te maken.

De volledige brief is hier te lezen.