EHRM 24 juni 2004, Von Hannover tegen Duitsland

Deze door prinses Caroline van Monaco bij het Europese Hof voor de mensenrechten gewonnen zaak tegen Duitsland kan verstrekkende gevolgen hebben voor de roddelpers in alle Europese landen. Het Hof heeft een ruime uitleg gegeven aan het recht op privacy, waardoor inbreuken op dat recht in het kader van de persvrijheid minder snel worden getolereerd.

Het Duitse Bundesverfassungsgericht had bepaald dat foto’s van Caroline met haar kinderen niet mochten worden gepubliceerd. Ook foto’s genomen op plaatsen waar iemand zich veilig met anderen denkt te kunnen terugtrekken, inclusief openbare gelegenheden zoals een restaurant, waren al aangemerkt als inbreuk op de privacy. Maar foto’s van Caroline te paard of Caroline in zwempak op het strand vielen volgens de hoogste Duitse rechter gewoon onder de persvrijheid. Zij neemt deel aan het openbare societyleven, redeneerde de Duitse rechter.

Het Europese Hof in Straatsburg beoordeelde de situatie anders. Publieke figuren hebben aanspraak op een privé-leven ook als zij in het openbaar verschijnen. Het Hof maakt een onderscheid tussen tekst en beeld; met beeld moeten de media terughoudender zijn dan met berichten. Bovendien worden foto’s van beroemdheden vaak gemaakt in een klimaat van ‘belaging’. Het maakt volgens het Hof groot verschil of een beroemdheid wordt gefotografeerd bij recepties of premières en dergelijke of bij activiteiten die tot het dagelijkse leven behoren.

Het Hof stelt dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen enerzijds berichtgeving van algemeen belang die kan bijdragen aan het publieke debat en anderzijds publicaties die alleen de nieuwsgierigheid naar het privé-leven van beroemdheden bevredigen. Maar het publiek kan wel aanspraak maken en in bijzondere gevallen informatie krijgen over het privé-leven van politici of anderen die ‘officiële functies’ bekleden. Volgens het Hof is de vraag beslissend of een foto of artikel bijdraagt aan ‘een debat van algemeen belang’. Alleen dan wint de persvrijheid het van het recht op privacy.

BRONNEN

Uitspraak EHRM 24 juni 2004, Caroline von Hannover t. Duitsland