Nederland moet meer doen tegen racisme

Discriminatie van etnische minderheden door de politie (etnische profilering) is helaas een realiteit in Nederland. De verplichte inburgeringstoets, die in het buitenland moet worden gemaakt, pakt oneerlijk uit voor sommige migranten. En de overheid moet veel meer doen om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan.

Dit zijn slechts drie van de aanbevelingen die het VN Antiracisme-comité (CERD) op 27 augustus 2015 heeft gepubliceerd over racisme in Nederland. De conclusie luidt: de Nederlandse regering moet meer doen in de strijd tegen racisme en discriminatie.

Om etnische profilering beter te kunnen aanpakken, beveelt het Comité de Nederlandse regering aan stelselmatig informatie te gaan verzamelen over het gebruik van politiebevoegdheden. Ook dienen politie en justitie verplichte training te krijgen over mensenrechten en anti-discriminatie, en moeten zij meer een afspiegeling zijn van de Nederlandse, etnisch diverse, samenleving.

Daarnaast moet de overheid specifiek en effectief beleid voeren tegen discriminatie van etnische minderheden op de arbeidsmarkt. Dat beleid moet vooral gericht zijn op het voorkomen van discriminatie en het verbeteren van de kansen van deze groepen door middel van bijvoorbeeld training. Bedrijven moeten adequaat gestraft worden wanneer ze discrimineren.

Ten aanzien van de inburgeringstoets in het buitenland roept het Comité de overheid op migranten toe te laten de test in Nederland te doen zodat het recht op familiehereniging kan worden gewaarborgd.

Het huidige generieke antidiscriminatiebeleid van de overheid (waarbij de nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid van migranten en waarin bijna geen aandacht meer is voor specifieke etnische groepen die problemen ondervinden) volstaat niet. De overheid en gemeenten moeten strategieën implementeren die deze groepen beschermen. Burgers, en het maatschappelijk middenveld, moeten worden gestimuleerd te rapporteren over discriminatie en moeten structureel worden geconsulteerd over anti-discriminatie beleid.

Het Comité heeft zorgen geuit om bepaalde specifieke groepen. Zo gaf zij bijvoorbeeld aan dat er voldoende woonwagenplaatsen voor woonwagenbewoners moeten zijn zodat hun culturele identiteit kan worden beschermd. Ook de onvoorwaardelijke bescherming van asielzoekers en (ongedocumenteerde) migranten is van grote zorg.

Ten aanzien van Zwarte Piet vindt het Comité dat de Nederlandse overheid meer moet doen om de stereotyperende elementen die worden gerelateerd aan slavernij, tegen te gaan. Het Comité roept Nederland ook op bewustwordingscampagnes te starten en educatie te versterken ten aanzien van het Nederlandse kolonisatie en slavernijverleden, alsook rassendiscriminatie van mensen uit de Afrikaanse diaspora.

De observaties en aanbevelingen die het Comité heeft gedaan aan de Nederlandse overheid zijn grotendeels hetzelfde als het NJCM heeft aangevoerd in de gezamenlijke NGO schaduwrapportage, en tijdens de sessie op 17-19 augustus jongestleden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Eefje de Kroon via eefjedekroon@gmail.com.

Aanbevelingen VN Antiracisme-comité, 28 augustus 2015

Joint parallel report on the CERD