NJCM uit kritiek op advies ‘VN-Vrouwenverdrag en Vreemdelingenbeleid’

DEN HAAG. Het NJCM heeft een commentaar uitgebracht op het advies over ‘Het VN-Vrouwenverdrag en vreemdelingenbeleid’ van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). Hoewel het NJCM de aanbevelingen van het ACVZ in hoofdlijnen onderschrijft, is zij op onderdelen kritisch over het ACVZ-advies.

Zo is het NJCM, anders dan het ACVZ, van oordeel dat seksueel geweld als reden voor het verbreken van de relatie/huwelijk binnen drie jaar op zichzelf voldoende grond dient te vormen voor het toekennen van een zelfstandige verblijfs-vergunning. Ook zou er volgens het NJCM meer aan de belangen van slachtoffers van vrouwenhandel tegemoet moeten worden gekomen door hen toe te staan tijdens de tijdelijke verblijfsvergunning te werken. Verder acht het NJCM, zowel vanuit het oogpunt van bestrijding van mensenhandel als vanuit het oogpunt van gelijke behandeling, het nodig dat de huidige uitsluiting van niet EU-onderdanen van legale arbeid in de prostitutie wordt herzien.

Het advies ‘Het VN-Vrouwenverdrag in relatie tot de positie van vreemdelingenvrouwen in het Nederlandse vreemdelingenrecht en vreemdelingenbeleid’ van de ACVZ werd op 28 november 2002 aangeboden aan de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Het maakt deel uit van de tweede nationale rapportage in het kader van de implementatie van het VN-Vrouwenverdrag en behandelt vijf onderwerpen: gezinshereniging en -vorming, asiel, au pairs, vrouwenhandel en vrouwen zonder verblijfstitel.

BRONNEN