De Werkgroep Europees Recht van het NJCM heeft een brief gestuurd aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). In deze brieven vraagt het NJCM aandacht voor de mensenrechtelijke aspecten van onderzoek waarbij gegevens over afkomst, geboorteland of geloofsovertuiging worden verwerkt. De werkgroep benadrukt het belang van een zorgvuldige toetsing aan mensenrechtelijke normen om discriminatie, stereotypering en schendingen van het recht op privacy te voorkomen.
In de brief stelt de werkgroep dat afkomst-gerelateerde onderzoeken, zoals gevraagd in de recente motie Becker, een risico vormen voor het versterken van bestaande vooroordelen en discriminatie in de samenleving. Dergelijke onderzoeken kunnen in strijd zijn met fundamentele mensenrechten, waaronder het recht op privacy (artikel 8 EVRM) en het discriminatieverbod (artikel 14 EVRM). De werkgroep roept het SCP op om in lijn met zijn onafhankelijke rol een mensenrechtelijk afwegingskader te hanteren bij de uitvoering en publicatie van deze onderzoeken.
De werkgroep benadrukt dat inmenging in het recht op privacy alleen gerechtvaardigd is wanneer deze proportioneel en noodzakelijk is in een democratische samenleving. Daarbij moeten de potentiële schadelijke effecten, zoals institutioneel racisme en schendingen van het recht op zelfidentificatie, zorgvuldig worden meegewogen.
Lees de brief naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hier, en naar het Sociaal en Cultureel Planbureau hier.