Rapport Raad van Europa: ‘Veertien Europese landen werkten mee aan CIA-vluchten.’

STRAATSBURG. Veertien Europese landen hebben direct of indirect meegewerkt aan geheime CIA-transporten van verdachten van terrorisme. Dat stelt Dick Marty, rapporteur van de Raad van Europa, in een op 7 juni gepubliceerd rapport.

Dick Marty, lid van de Parlementaire Assemblé van de Raad van Europa, had van de Assemblé de opdracht gekregen om de rol van de lidstaten van de Raad van Europa bij de geheime vluchten van de Amerikaanse veiligheidsdienst te onderzoeken. Volgens de rapporteur zijn er sterke aanwijzingen dat veertien Europese landen een actieve of passieve rol hebben gespeeld bij deze CIA-operaties. Marty stelt dat zeven van deze landen, in verschillende maten, verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor schendingen van mensenrechten. Ook zijn er volgens de rapporteur veel indicaties dat twee van deze landen – Polen en Roemenië – plaats zouden hebben geboden aan CIA-detentiecentra op hun grondgebied. Nederland wordt in het rapport niet genoemd.

In een concept-resolutie verklaarde de Commissie Juridische Zaken van de Parlementaire Assemblé (PACE) op 7 juni in reactie op het rapport van Marty dat ‘de Verenigde Staten een spinnenweb van verdwijningen, geheime gevanghoudingen en onrechtmatige transporten tussen staten hebben gespannen, in samenwerking met of getolereerd door verscheidene lidstaten van de Raad van Europa.’

De Parlementaire Assemblé van de Raad van Europa zal op 27 juni in Straatsburg debatteren over het rapport van Dick Marty.

BRONNEN