Rb. Amsterdam 15 december 2015

AMSTERDAM. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft in een uitspraak van 15 december 2015 geoordeeld dat PowNed onrechtmatig heeft gehandeld jegens een Syrische vluchteling door beelden van hem, opgenomen bij de noodopvang in Apeldoorn, uit te zenden in het programma Studio Powned.

De rechtbank stelde voorop (in r.o. 4.2): ‘Als uitgangspunt [geldt] dat hier tegenover elkaar staan enerzijds het grondwettelijk en verdragsrechtelijk verankerde recht van [eiser] op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer, waaruit voortvloeit zijn recht om niet te worden blootgesteld aan onzorgvuldige publicaties die inbreuk maken op zijn privacy, zijn eer en goede naam, en anderzijds het op dezelfde wijze gewaarborgde recht van PowNed op vrijheid van meningsuiting.’

Het langste fragment dat van de vluchteling werd uitgezonden op 1 oktober 2015 was zijn ontboezeming over een (medisch) probleem met vergrote testikels. Dit leidde tot veel (negatieve) commentaren, zowel tijdens de uitzending als vervolgens op internet.
Volgens de voorzieningenrechter was uitzending van de beelden een ernstige aantasting van de privacy van de man waarvoor geen rechtvaardiging bestond.

De voorzieningenrechter overwoog (r.o. 4.7):

‘Op grond van de uitdrukkelijke mededeling van [verslaggeefster] dat het een ‘project for school’ betrof, behoefden de geïnterviewden er [..] niet op bedacht te zijn dat wat zij zeiden zou worden uitgezonden op de landelijke televisie en/of op internet zou worden geplaatst, laat staan dat zij daarvoor impliciet toestemming zouden hebben gegeven. De omstandigheid dat een cameraman aanwezig was die hen filmde en dat nu en dan werd gezegd ‘dat knippen we eruit’ [..] is daartoe onvoldoende. Filmbeelden kunnen immers ook worden gemaakt ten behoeve van een onderzoek in het kader van een – al dan niet journalistieke – opleiding, een ‘project for school’. Ook daarbij kan het knippen van onderdelen aan de orde zijn, bijvoorbeeld omdat de beelden aan docenten of medestudenten kunnen worden vertoond of voor het onderzoek niet relevant zijn. Ook de omstandigheid dat de geïnterviewden klachten over in hun ogen gebrekkige voorzieningen hebben geuit, houdt niet in dat zij ervan uit moesten gaan dat de beelden openbaar zouden worden gemaakt – nog afgezien van de wijze waarop dat is gebeurd – en dat deze zouden worden vertoond aan een zo groot publiek als dat met de landelijke televisie en op internet wordt bereikt.’

Ook overwoog de voorzieningenrechter (in r.o. 4.13):

‘De genuanceerdere uitspraken van [eiser] en de andere geïnterviewden (te vinden in het ruwe materiaal) over (homo)seksualiteit, meisjes en vrouwen, waarin zij ook ingaan op verschillen tussen de eigen cultuur en de Nederlandse samenleving, zijn niet uitgezonden, maar (afgezien van zijn humoristisch bedoelde uitspraak over het nemen van taxi’s of de bus naar de toiletten) alleen [eiser] ’s ontboezemingen over zijn vergrote ballen en een fragment waarin [eiser] zich negatief uitlaat over homoseksualiteit. Daarbij neemt het fragment over de grote ballen van [eiser] de meeste tijd in beslag (zo’n 30 seconden), terwijl van het overgrote deel van de gesprekken (ongeveer een uur en negen minuten) niets in de uitzending terecht is gekomen. Mede in het licht van de commentaren van Castricum bij de wel vertoonde beelden, waar hij zegt ‘dat een vrouwelijke verslaggever het flink te verduren kreeg’ en opmerkt: ‘dan zal je dit in je huis hebben. En dan?’ en tegen de vrouwelijke studiogast ‘ [naam 4] , ik denk niet dat jij heel lekker slaapt, vanavond’ wordt hierdoor inderdaad, zoals [eiser] terecht heeft gesteld, een beeld gecreëerd van een op seks beluste asielzoeker die een gevaar voor de Nederlandse samenleving vormt. Door de plaatsing van (alleen) fragment 4, onder de titel: “vluchteling; mijn ballen zijn heel groot” op Internet wordt dit beeld nog eens versterkt. De commentaren van derden onder dit Facebookbericht wijzen erop dat het fragment ook in deze zin is opgevat. Het ruwe materiaal rechtvaardigt dat beeld echter niet. Het verhaal van [eiser] vormt een miniem onderdeel van de gevoerde gesprekken, is verteld nadat deze al geruime tijd op gang waren [..] in een medische context in een informele sfeer, na een zeer expliciete op seksualiteit gerichte vraagstelling van de journaliste, waarbij zij de geïnterviewden bepaalde antwoorden over ‘westerse normen en waarden’ bijna in de mond legt en niet rust voordat zij een door haar kennelijk gewenst antwoord krijgt. De kwalificatie ‘uit zijn verband gerukt’ is voor de vertoonde fragmenten naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook zeker op zijn plaats.’

PowNed moet Google en Yahoo verzoeken de beelden van internet te verwijderen en een schadevergoeding van 2.500 euro betalen aan de Syriër.

Een vordering tot het plaatsen van een rectificatie werd afgewezen, omdat PowNed de uitzending al van het net heeft gehaald.

Bronnen

Uitspraak Vz. Rb. Amsterdam 15 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:8976.

Persbericht Rb. Amsterdam 15 december 2015.