Vorige week heeft het NJCM een gezamenlijke brief met Amnesty International Nederland (hierna: Amnesty) uitgestuurd voor de consultatie over een voorgestelde aanvullende wet voor een strafuitsluitingsgrond voor humanitaire hulpverleners en journalisten. Deze uitzonderingsgrond moet ook gelden voor mensenrechtenorganisaties en advocaten.
Naast onze blijvende fundamentele zorgen bij het bijbehorende wetsvoorstel ‘strafbaarstelling verblijf in door terroristische organisaties gecontroleerd gebied’ zijn we ook kritisch over de beperkte uitzonderingsgrond die alleen geldt voor hulpverleners en journalisten.
Wetsvoorstel strafbaarstelling verblijf in door terroristische organisaties gecontroleerd gebied
NJCM en Amnesty hebben zich al eerder uitgelaten over het wetsvoorstel ‘Strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied’ in 2021 en 2019. De voorgestelde wet verbiedt opzettelijk verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied zonder toestemming van de minister. Het NJCM en Amnesty hebben hun zorgen geuit over de noodzaak en het nut van het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel criminaliseert gedrag dat op zichzelf niet gevaarlijk of onwettig is en maakt hiermee een niet-noodzakelijke en disproportionele inbreuk op mensenrechten, zoals het recht op bewegingsvrijheid. Al in 2019 riep het NJCJM op tot het verwerpen van het wetsvoorstel tot strafbaarstelling van verblijf in een door terroristische organisatie gecontroleerd gebied. Mocht dit wetsvoorstel niet worden ingetrokken, dan is het van groot belang dat expliciet wordt benoemd in het onderhavige aanvullende wetsvoorstel betreffende de strafuitsluitingsgrond dat mensenrechtenorganisaties en advocaten voor hun werkzaamheden ook zijn uitgesloten van het toestemmingsvereiste.
Nieuw wetsvoorstel strafuitsluitingsgrond humanitaire hulpverleners en journalisten
In 2021 werd er een afzonderlijk wetsvoorstel ingediend waarin een strafuitsluitingsgrond is opgenomen voor Nederlanders die uitsluitend in het gebied verblijven om activiteiten te verrichten als hulpverlener werkzaam voor een onpartijdige humanitaire organisatie, of als journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring. Daarmee kunnen deze personen verblijven in aangewezen gebieden zonder dat zij daarvoor strafbaar zijn. Deze voorgestelde aanvullende wet neemt onze zorgen niet weg.
Uitzonderingsgrond humanitaire hulpverleners en journalisten?
Het huidige wetsvoorstel betreft een beperkte uitzonderingsgrond die alleen geld voor hulpverleners en journalisten. In de brief wordt besproken waarom mensenrechtenorganisaties niet onder journalisten kunnen worden geplaatst bij de voorgestelde strafuitsluitingsgronden en wat voor belemmeringen dit vormt voor het werk van mensenrechtenorganisaties. Daarnaast wordt er ook ingegaan op de impact van dit wetsvoorstel voor de advocatuur.
Het NJCM en Amnesty verzoeken om ook mensenrechtenorganisaties en advocaten expliciet mee te nemen in de generieke uitzonderingsgrond om onafhankelijk hun werk te kunnen blijven uitvoeren, mocht het wetsvoorstel niet worden verworpen.
Lees de volledige brief hier.