Eerste Kamer aanvaardt motie over rechtsbescherming na plaatsting op terrorismelijst

DEN HAAG. De Eerste Kamer heeft dinsdag een motie aanvaard over de rechtsbescherming na plaatsing op een terrorismelijst. Hierin verzoekt de Eerste Kamer de regering zich bij de VN en de EU in te zetten voor een transparante procedure inzake de plaatsing op en het verwijderen van de lijsten van de VN en de EU met betrekking tot terroristische organisaties.

In de motie, die was ingediend door Kamerlid Franken (CDA) en mede was ondertekend door zeven andere Kamerleden, constateert de Eerste Kamer dat de rechtsbescherming inzake plaatsing op en de verwijdering van de lijsten van de Verenigde Naties en de Europese Unie met betrekking tot terroristische organisaties versterking behoeft en verzoekt de Eerste Kamer de regering zich zowel bij de VN als bij de EU in te zetten voor het tot stand brengen van een transparante en verantwoorde procedure inzake de plaatsing op en de verwijdering van deze lijsten.

De motie is 7 november ingediend tijdens de behandeling van het wetsvoorstel 28.764. Dit voorstel regelt de goedkeuring van het Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele organisaties. Dit verdrag verplicht partijen om de rechtspersoonlijkheid en de rechtsbevoegdheid van internationale niet-gouvernementele organisaties, zoals verkregen in het land van vestiging, te erkennen. Daarnaast bevat dit voorstel twee regelingen die zijn gericht op de bestrijding van rechtspersonen en andere juridische lichamen die zich in Nederland schuldig maken aan gedragingen die een inbreuk vormen op de openbare orde. De eerste regeling voorziet in de mogelijkheid om de rechter te verzoeken een verklaring voor recht af te geven waarin het doel of de werkzaamheid van een buitenlandse corporatie in strijd met de openbare orde wordt verklaard. De tweede regeling bepaalt dat organisaties die zijn geplaatst op een EU- terrorismelijst gedurende de vermelding in de lijst van rechtswege verboden zijn en niet bevoegd om in Nederland rechtshandelingen te verrichten.

Op 14 november is de motie van Kamerlid Franken, maar ook het wetsvoorstel door de Eerste Kamer aangenomen. Tijdens het kamerdebat op 7 november erkende minister van Justitie Hirsch Ballin dat ‘het van belang [is] dat er verder wordt gedacht over verbeteringen in de procedure van de listing en delisting om op die manier een, hopelijk bevredigend, antwoord te krijgen op de vragen inzake de rechtsbescherming die vandaag naar voren zijn gebracht’. Ook zei hij: ‘Mocht uw Kamer deze motie aannemen, dan neem ik graag op mij om deze motie in de ministerraad aan de orde te stellen.’

BRONNEN

Verslag NJCM-studieavond 30 oktober 2006