Het overgrote deel van de gevangenisstraffen in Nederland is kortdurend, terwijl de gevolgen van kortdurende detentie aanzienlijk kunnen zijn. Binnen deze detentieperiode kan een uitkering worden stopgezet, een huurcontract worden ontbonden of relaties worden verbroken. Het NJCM brengt een rapport uit over mensenrechten die een rol kunnen spelen bij kortdurende detentie.
In dit rapport wordt ingegaan op kortdurende detentie en het recht op vrijheid, de voorlopige hechtenis, het resocialisatiebeginsel, de betekenis van artikel 8 EVRM voor kortgestraften en het taakstrafverbod.
Kortdurende detentie, het recht op vrijheid en de voorlopige hechtenis
In het kader van het recht op vrijheid en korte detentie wordt er gekeken naar de strafrechtelijke gijzeling, detentie na veroordeling, detentie na niet-naleving van een rechterlijk bevel of wettelijke verplichting, de voorlopige hechtenis en vreemdelingendetentie. Hierin wordt onder andere aandacht besteed aan de rechtspositie van de veroordeelde en de ruimte die de rechter krijgt bij het maken van een belangenafweging. De voorlopige hechtenis wordt vervolgens in hoofdstuk 2 meer uitvoerig behandeld, aangezien het een grote groep betreft van kortgestraften die in voorlopige hechtenis zitten.
Resocialisatiebeginsel
Het juridisch kader van het resocialisatiebeginsel en het belang van dit beginsel voor kortdurende detentie wordt in hoofdstuk 3 behandeld. In Nederland wordt de voorlopige hechtenis bijna altijd automatisch toegepast zonder speciale motivering van de rechter. Het EHRM heeft geoordeeld dat Nederland de huidige praktijk van voorlopige hechtenis in lijn moet brengen met de rechtspraak van het EHRM.
Betekenis van artikel 8 EVRM voor kortgestraften
In hoofdstuk 6 wordt er gekeken naar de lichamelijke en geestelijke integriteit van de gedetineerden en naar de relevante hersenfuncties, de detentieomgeving en positieve verplichtingen aangaande de geestelijke integriteit. Het effect van de detentieomgeving op de hersenfuncties doet namelijk afbreuk aan de geestelijke stabiliteit van de gedetineerde, ook in geval van kortdurende detentie.
Het taakstrafverbod
In het voorlaatste hoofdstuk wordt ingegaan op de invoering en de kritiek op het taakstrafverbod, de uitbreiding hiervan en de gevolgen van het taakstrafverbod. Dit omdat het taakstrafverbod op gespannen voet kan staan met artikel 6 EVRM.
In het laatste hoofdstuk wordt er een mensenrechtelijke analyse gegeven waarin de conclusies uit de verschillende hoofdstukken samengepakt worden en bezien wordt hoe deze mensenrechtelijke aspecten een rol spelen bij kortdurende detentie.
Het rapport kan hier gelezen worden.