NJCM: effectieve bescherming van communicatiegrondrechten hard nodig

Op 18 april 2017 stemt de Tweede Kamer over een wetsvoorstel tot wijziging van artikel 13 van de Grondwet. Dit voorstel breidt de bescherming van het briefgeheim uit met moderne vormen van communicatie. Tegelijkertijd mag dit grondrecht in het voorstel vergaand worden beperkt: de overheid kan dan vrijwel zonder beperking brieven, e-mail en chats van burgers lezen in het belang van de nationale veiligheid. De bescherming van de privacy van burgers wordt daardoor niet groter, maar kleiner. Het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) adviseert de Tweede Kamer het amendement-Van Raak aan te nemen, zodat de onafhankelijke rechter inperkingen van communicatiegrondrechten van burgers kan controleren.

Het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 13 van de Grondwet breidt de bescherming van het briefgeheim uit tot alle communicatie. Het NJCM juicht dit toe. Alleen zou met het wetsvoorstel tegelijkertijd ook een vergaande gedelegeerde beperking ingevoerd worden, niet alleen voor e-mails en chats, maar ook voor het al eeuwenoude briefgeheim. De reden die de regering hiervoor geeft is het belang van de nationale veiligheid.

Het NJCM beseft dat het de taak van de overheid is om de nationale veiligheid te beschermen. Een zekere inperking van grondrechten, zoals het brief- en communicatiegeheim, kan dan nodig zijn. Om een effectieve grondrechtenbescherming mogelijk te maken, dient zo een inperking echter altijd beperkt te blijven. Alleen effectieve onafhankelijke – rechterlijke – controle vooraf kan dit waarborgen. Op grond van het huidige voorstel kan de minister in de toekomst deze controle vooraf echter ook delegeren naar dezelfde instanties die zullen gaan aftappen, afluisteren en brieven gaan onderscheppen. De slager gaat zijn eigen vlees keuren.

Er is volgens het NJCM geen enkele reden om aan te nemen dat effectieve handhaving van de nationale veiligheid alleen mogelijk is zonder rechterlijk toezicht, terwijl er herhaald bewijs is dat toezicht door een andere partij dan de rechter misbruik in de hand werkt. Zo sprak de Commissie van Toezicht op de Inlichten- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in het kader van de aanpassing van de Wiv (de ‘aftapwet’) eind maart nog van een ‘toezichtshiaat’. Zo een ‘toezichtshiaat’ zit ook in het huidige voorstel tot wijziging van het briefgeheim ingebakken.

Het verheugt het NJCM dan ook dat verschillende leden amendementen hebben ingediend om email, chat en andere moderne manieren om ideeën te vormen en om gedachten met elkaar uit te wisselen juist op hetzelfde niveau te brengen als de huidige bescherming van het briefgeheim. Het NJCM ondersteunt het amendement van het lid Van Raak. De amendementen van de leden Verhoeven en Özütok hebben weliswaar dezelfde strekking, maar gaan volgens het NJCM niet ver genoeg.

Het NJCM is van mening dat een vergaande beperking van het brief- en communicatiegeheim in strijd is met de mensenrechten en adviseert om het amendement Van Raak aan te nemen, evenals de moties van het lid Verhoeven, en de overige ingediende amendementen te verwerpen. Als het amendement Van Raak niet wordt aangenomen adviseert het NJCM om tegen het wetsvoorstel te stemmen zodat het antwoord van de regering op de recente brief van het CTIVD meegenomen kan worden in een latere afweging en stemming.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Olivier Oosterbaan van het NJCM (020-3080633).