NJCM pleit voor landelijk verbod op fossiele reclame

Het NJCM vraagt middels een brief de aandacht van de overheid voor het probleem van fossiele reclame en de wenselijkheid van een landelijk verbod daarop. Aangezien de emissie van broeikasgassen in Nederland voor een groot deel wordt veroorzaakt door CO2 die vrijkomt bij de verbanding van fossiele brandstoffen, ziet het NJCM veel heil in een landelijk verbod op commerciële uitingen van fossiele brandstoffen, in de vorm van reclames.

Het probleem van fossiele reclame

Reclame voor fossiele producten heeft als doel om het fossiele brandstofgebruik te continueren, terwijl voor het tegengaan van klimaatverandering het brandstofgebruik fors moet worden teruggedrongen. Het weren van fossiele reclame is dan ook noodzakelijk om het brandstofgebruik fors terug te dringen. Daarnaast kan fossiele reclame de consument misleiden en het bestaan van fossiele brandstof normaliseren.

Noodzakelijkheid van een landelijk verbod op fossiele reclame

In de brief gaat het NJCM in op het belang van een landelijk verbod op fossiele reclame. Zo geeft het NJCM aan dat de gevolgen van klimaatverandering ook in Nederland zichtbaar zijn. Om het klimaatdoel van 2030 te halen moet Nederland meer maatregelen nemen, zoals ook is aangekaart in het Klimaatplan 2021-2030. Verder geeft het NJCM aan dat verschillende gemeentes al een lokaal verbod op fossiele reclame hebben aangenomen, maar dat het aannemen van een landelijk verbod op fossiele reclame effectiever is en op grotere schaal zal bijdragen aan de bescherming van het milieu en het klimaat.

Mensenrechtelijk perspectief

Het NJCM is van mening dat een landelijk verbod op fossiele reclame vanuit mensenrechtelijk perspectief verdedigbaar is. Hierbij gaat het NJCM in op zowel het recht op vrijheid van meningsuiting onder artikel 10 EVRM als de verplichting van Nederland op grond van artikelen 2 en 8 EVRM om haar burgers te beschermen tegen gevaarlijke klimaatverandering. Daarnaast wordt er in de brief ingegaan op de manier waarop de wetgeving voor een dergelijk verbod tot stand kan komen.

Tot slot geeft het NJCM aan hoe het recht op vrijheid van meningsuiting onder bepaalde voorwaarden kan worden ingeperkt. Hierbij wordt het voorbeeld van de beperking van tabaksreclame gebruikt. De publieke gezondheid zou namelijk net als bij de tabaksreclame een verbod op fossiele reclame kunnen rechtvaardigen.

De gehele brief kan hier gelezen worden.