NJCM uit zorgen over 2G-wetgeving aan de Tweede Kamer

Deze week zal de behandeling van het wetsvoorstel ‘Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen (2G)’ en het daarmee voorgenomen 2G-beleid plaatsvinden in de Tweede Kamer. Om de coronapandemie verder in te dammen zouden enkel diegenen die gevaccineerd of genezen zijn vol kunnen blijven deelnemen aan het maatschappelijk leven. Het NJCM heeft ernstige zorgen over het 2G-beleid en reageert op het wetsvoorstel middels een brief aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.

Het NJCM erkent de positieve verplichting van de overheid om haar burgers te beschermen tegen gezondheidsgevaren. Tegelijkertijd maakt het NJCM zich zorgen over een verdere verdeeldheid die met ingang van een 2G-maatregel gecreëerd zal worden in de samenleving en de daarmee gepaard gaande inbreuk op een aantal fundamentele rechten. De noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit van de maatregel moet aangetoond worden. Aangezien het doel van de 2G-maatregel (thans) onvoldoende duidelijk is, kan mede daarom de noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit van de maatregel niet onderbouwd worden en daarom niet getoetst worden. De wetgever dient deze aspecten te waarborgen door deze op een transparante wijze te vermelden en bespreken, voorafgaand aan het vaststellen van de wettelijke maatregelen.

Noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit

Het NJCM geeft aan dat het toetsen van de 2G-maatregel onmogelijk is als er geen helder doel wordt gesteld. Op het moment dat een doel onduidelijk is, is het op zichzelf onrechtmatig om daartoe maatregelen te treffen. Maatregelen zonder duidelijke doelstelling zijn immers willekeurige handelingen van de overheid jegens burgers, wat in ieder geval in strijd is met het verbod op willekeur. Daarnaast wordt er in de brief aangekaart waarom de noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit van de maatregel niet (goed) getoetst kunnen worden en waaraan het schort in de onderbouwing van de maatregel. Zo wijst het NJCM bijvoorbeeld op de noodzaak van evidence-based policymaking of evidence-based legislation, de veranderlijkheid van de cijfers en merkt het NJCM nadrukkelijk op dat het doel van de maatregel helder geformuleerd moet worden en de noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit goed onderbouwd moeten worden. Die onderbouwing lijkt er nu niet (voldoende) te zijn.

Menselijke waardigheid

Verder gaat het NJCM in op de noodzaak om de voorgestelde 2G-maatregel bijzonder kritisch te toetsen en om hogere eisen te stellen aan de proportionaliteit en subsidiariteit dan doorgaans gebruikelijk. Hierbij wordt ingegaan op de veroorzaking van een mogelijke tweedeling in de samenleving en op de menselijke waardigheid die door de maatregel wordt geraakt. Ook worden de mogelijk langdurige schadelijke effecten van de maatregel benoemd die ook na het opheffen van de maatregel kunnen blijven voortduren.

Gelijke toegang tot fundamentele rechten

Tot slot merkt het NJCM op dat het genot van de fundamentele rechten en vrijheden in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) moet worden verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond dan ook (artikel 14 EVRM). Onderscheid op grond van iemands gezondheidsstatus valt daar ook onder.

De gehele brief kan hier gelezen worden.