Tweede Kamer aanvaardt twee moties over bescherming van de democratie

DEN HAAG. In het debat over de sharia op 14 september aanvaardde de Tweede Kamer twee moties over de bescherming van de democratische rechtsorde en de bevoegdheid om politieke verenigingen te verbieden.

Het kamerdebat vond plaats in reactie op uitspraken van minister Donner van Justitie in een interview in het boek ‘In het land van haat en nijd. Hoe Nederland radicaal veranderde’ van Vrij Nederland-journalisten Max van Weezel en Margalith Kleijwegt. In het interview had de minister gezegd dat, als tweederde van de bevolking dat wil, de islamitische sharia in Nederland zou kunnen worden ingevoerd.

In antwoord op kritische vragen hierover van een aantal fractiewoordvoerders zei de minister: ‘Ik ben mij er volledig van bewust dat de sharia niet verenigbaar is met de beginselen van onze rechtsorde [..]. Ik heb hier meer dan anderen gestaan om de kernwaarden van de Nederlandse rechtsorde te verdedigen [..] Wat dat betreft, behoeft er niet aan getwijfeld te worden dat de minister van Justitie hier staat om die kernwaarden, ongeacht meerderheden, te verdedigen. Het gaat daarbij om meer dan recht en wet. Daarbij is inderdaad een aantal wezenlijke waarden in het geding. Het gaat om beginselen van tolerantie, respect voor elkaar en aanvaarden dat minderheden ook recht van spreken hebben. Dat is hier al in verschillende bewoordingen gezegd.’

De Kamer accepteerde de uitleg van minster Donner in het sharia-debat.

Aan het slot van het debat werden in de Kamer twee moties aangenomen. In de eerste motie verzocht de Kamer de regering om ‘een grondige analyse te doen maken of onze democratische rechtsorde afdoende is beschermd tegen groeperingen die de democratische rechtsorde willen gebruiken om diezelfde rechtsorde omver te werpen’. In de tweede motie verzocht de Kamer de regering om ‘actiever gebruik te maken van de bevoegdheden neergelegd in 2:20 Burgerlijk Wetboek om op vordering van het Openbaar Ministerie, de burgerlijke rechter politieke verenigingen verboden te laten verklaren en te ontbinden, indien hun werkzaamheid gericht is op het omverwerpen van de democratische rechtsstaat’.

Twee moties haalden het niet: de motie van Geert Wilders die het aftreden van minister Donner eiste en de motie van het CDA die een verbod wilde op partijen die de kernwaarden van de democratische rechtsstaat aantasten.

BRONNEN

Stenografisch verslag Kamerdebat Sharia