Uitspraak CBB: vermelding diagnoses op declaraties psychiaters van de baan

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 2 augustus 2010 uitspraak gedaan in de beroepen van (o.m.) de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Stichting de Koepel van DBC-vrije praktijken van Psychotherapeuten en Psychiaters en een aantal individuele psychiaters tegen een besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit. De psychiaters hebben in hun beroepschriften bezwaar gemaakt tegen de aan hen opgelegde verplichting om diagnose-informatie op hun declaraties te vermelden. Deze informatie komt de zorgverzekeraars onder ogen. De psychiaters (appellanten) vinden dit in strijd met hun beroepsgeheim en een schending van de privacy van hun patiënten.

Het College overweegt in zijn uitspraak dat het verkrijgen van diagnose-informatie voor de zorgverzekeraars van belang is voor het vervullen van hun taken van zorginkoop en controle van de geleverde prestaties. Tegenover deze belangen staat dat het verstrekken aan zorgverzekeraars van diagnose-informatie over individuele patiënten inbreuk maakt op de medische privacy van deze patiënten. Appellanten hebben uitvoerig toegelicht welke bezwaren vanuit het perspectief van de patiënt, de behandeling en het beroepsgeheim van de behandelaar zijn verbonden aan het doorgeven van dergelijke informatie aan derden die niet bij de behandeling zijn betrokken.

Naar het oordeel van het College zijn deze bezwaren zwaarwegend. Het gaat om diagnoses die de kern van het privé-leven van de betrokken persoon raken, zodat informatie hierover zeer privacygevoelig is. Daar komt bij dat, zoals appellanten hebben betoogd, vertrouwelijkheid en geheimhouding bij de behandeling van psychische klachten van groot belang zijn. Het kunnen waarborgen daarvan is dan ook voor appellanten – ongeacht de door De Nederlandse Zorgautoriteit opgeworpen vraag of alleen door patiënten een beroep op artikel 8 Europees Verdrag voor de rechten van de Mens (EVRM) kan worden gedaan – uit hoofde van het deugdelijk kunnen uitoefenen van hun beroepspraktijk, een zelfstandig bij de tariefbeschikking in aanmerking te nemen belang.

De diagnose-informatie die door de psychiaters op de declaraties wordt vermeld komt bij de verzekeraars onder ogen van medewerkers voor wie het medisch beroepsgeheim niet geldt en die niet vallen onder het medisch tuchtrecht. Tot 2008 was er een ander systeem voor het verwerken van de declaraties, waarbij deze informatie uitsluitend gezien werd door personen die wel onder het medisch beroepsgeheim vallen. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft in haar besluitvorming geen aandacht besteed aan deze werkwijze. Bij patiënten die de behandeling zelf betalen is er helemaal geen belang van zorgverzekeraars bij vermelding van diagnose-informatie op de declaratie.

Het College oordeelt dat de belangenafweging die ten grondslag heeft gelegen aan de invoering van de verplichting om diagnose-informatie op declaraties te vermelden en aan zorgverzekeraars te verstrekken, onvolledig is geweest. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft verzuimd om te onderzoeken of, voor gevallen als door appellanten bedoeld, wijzen van informatieverstrekking aan zorgverzekeraars mogelijk zijn, die recht doen aan genoemde –zwaarwegende – belangen, en op basis van de uitkomsten van dat onderzoek de in het geding zijnde belangen opnieuw te overwegen. Gelet hierop is het bestreden besluit niet zorgvuldig voorbereid en ontoereikend gemotiveerd.
Het College verklaart de beroepen gegrond en vernietigt het besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit.

Bronnen

Uitspraak CBB 2 augustus 2010, LJN BN3056.

Persbericht CBB, 2 augustus 2010.