Van A. wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdrijven veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf

DEN HAAG. De Haagse rechtbank heeft op 23 december de Nederlander Van A. wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdrijven veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar. Van A. leverde in de jaren tachtig aan Irak chemicaliën die gebruikt werden voor de productie van gifgas. De rechtbank sprak Van A. vrij van medeplichtigheid tot genocide.

Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat Van A. bewust en uit louter winstbejag een essentiële bijdrage heeft geleverd aan het chemische wapenprogramma van Irak in de jaren tachtig van de twintigste eeuw. Voorts is komen vast te staan dat zijn bijdrage een groot aantal met mosterdgas uitgevoerde aanvallen op weerloze burgers mogelijk heeft gemaakt, althans vergemakkelijkt. Deze aanvallen vormen zeer ernstige oorlogsmisdrijven, aldus de rechtbank.

De rechtbank concludeerde dat Saddam Hussein Al-Tikriti en anderen zich vanwege de aanvallen met mosterdgas op de Koerdische bevolking in Irak schuldig hebben gemaakt aan genocide. Dit misdrijf onderscheidt zich van andere volkenrechtelijke misdrijven vanwege het specifieke oogmerk een bevolkingsgroep op bepaalde gronden geheel of gedeeltelijk uit te roeien.

Van A. werd echter vrijgesproken van medeplichtigheid tot genocide. De rechtbank achtte niet bewezen dat Van A. ten tijde van de levering van in de telastlegging vermelde materialen wist dat hij hiermee bijdroeg aan aanvallen die als doel hadden de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de Koerdische bevolking in Irak.

BRONNEN