Aankondiging voorstel tot wetswijziging inzake DNA-afname bij minderjarige veroordeelden

DEN HAAG. Minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus heeft in een brief aan de Tweede Kamer op 3 april jl. een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet DNA onderzoek bij veroordeelden aangekondigd.

Aanleiding hiervoor zijn twee oordelen van het VN-Mensenrechtencomité van 18 juli 2017 (S.L. tegen Nederland en N.K. tegen Nederland). Daarin heeft het VN-Comité geoordeeld dat Nederland de privacy van twee 15-jarige kinderen heeft geschonden. Nadat zij veroordeeld waren voor een strafbaar feit werd hun DNA afgenomen en opgeslagen, wat ook voor minderjarigen verplicht is. Nederland heeft hiermee inbreuk gemaakt op hun recht op privacy, artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). Deze verplichte DNA-afname is volgens het VN-Comité disproportioneel ten opzichte van het legitieme doel, het voorkomen en opsporen van serieuze misdrijven.

De minister wil ervoor zorgen dat DNA-materiaal van minderjarigen met een taakstraf onder de 40 uur niet meer wordt afgenomen. Ook wordt een halvering van de opslagtermijn aangekondigd.

Defence for Children is blijkens een op 5 april 2018 gepubliceerd persbericht positief over het wetsvoorstel van de minister. Ze constateert wel dat de minister voorbij gaat aan een aantal essentiële overwegingen van het VN-Comité. Defense for Children schrijft daarover:

‘Het comité stelt niet alleen de proportionaliteit van DNA-afname bij minderjarigen ter discussie, maar constateert tevens dat:

  • er geen bezwaar open staat tegen de DNA-afname;
  • er geen beroepsmogelijkheid is tegen het opslaan van het DNA-profiel;
  • minderjarigen wordt gevraagd akkoord te gaan met de afname, terwijl zij onvoldoende geïnformeerd zijn over hun rechtspositie en de mogelijkheid tot het maken van bezwaar tegen DNA-afname door een forensisch politiemedewerker in plaats van een arts.’

Defence for Children vraagt de regering om de uitspraak van het VN-Comité volledig over te nemen. Daarnaast wordt verzocht om een aparte bepaling voor kinderen  op te nemen in de wet, die in lijn is met het VN-Kinderrechtenverdrag en het IVBPR.

Bronnen