Op 11 januari stemt de Commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement over het Verordeningsvoorstel ter voorkoming van de verspreiding van terroristische online-inhoud. Hoewel een aantal zorgpunten van het NJCM en andere mensenrechtenorganisaties over dit voorstel afgelopen december zijn weggenomen, blijven er belangrijke bezwaren aan kleven.
Vrees voor schending grondrechten
De zorgen die het NJCM, Civil Liberties Union for Europe (Liberties) en European Digital Rights hadden met betrekking tot de bevoegdheden die het Verordeningsvoorstel toekent aan door de lidstaten aangewezen autoriteiten voor het geven van bevelen om online-inhoud te verwijderen, zijn tijdens de onderhandelingen afgelopen december niet weggenomen. Deze bevoegdheid strekt tot buiten de nationale grenzen. Omdat het Verordeningsvoorstel er niet in voorziet dat de aangewezen bevoegde autoriteiten onafhankelijk dienen te zijn, noch dat ze over de nodige deskundigheid moeten beschikken om te kunnen beoordelen of online-inhoud in strijd is met de wet, leidt dit tot een ernstige tekortkoming, die nationale wetshandhavingsinstanties in staat stelt om inhoud te onderdrukken zonder een gerechtelijk bevel. Dit zou kunnen betekenen dat zich situaties voordoen waar online-inhoud, die als legaal wordt beschouwd in het land waarin het wordt gedeeld, moet worden verwijderd als de autoriteiten van een andere lidstaat het als terroristisch aanmerken, terwijl de mogelijkheid tot controle van dit bevel door de host country zeer beperkt is. Daarmee vormt het Verordeningsvoorstel een bedreiging voor verschillende grondrechten, waaronder het recht op vrijheid van meningsuiting, van godsdienst, van vereniging en van vergadering en betoging, alsook het recht op privacy en databescherming. Dit is des te meer het geval wanneer de bevoegdheid zou worden toegepast door lidstaten die momenteel onderworpen zijn aan procedures op grond van artikel 7 Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), vanwege een bedreiging van de onafhankelijkheid van hun rechtsstelsel en schendingen van de rechtsstaat.
Positieve veranderingen
Mede dankzij het werk van het NJCM, Liberties, European Digital Rights en andere organisaties (zoals de ICJ) voorafgaande aan de triloogonderhandelingen afgelopen december, is een aantal positieve veranderingen doorgevoerd in de tekst van het Verordeningsvoorstel. Zo is het niet langer verplicht dat websites uploadfilters gebruiken, betreft het Verordeningsvoorstel enkel publieke online-inhoud en worden ook publicaties voor journalistieke doeleinden vrijgesteld van de regeling en beschermd. Daarnaast kunnen uitzonderingen worden gemaakt op het vereiste dat online-inhoud binnen één uur na het bevel wordt verwijderd, indien een dergelijk kort tijdsbestek niet haalbaar is, zoals voor kleine en niet-commerciële hostingdiensten wanneer het bevel ’s nachts wordt gegeven. Echter, als deze uitzonderingen niet van toepassing zijn, is het nog steeds mogelijk dat er hoge boetes worden uitgedeeld wanneer een hostingdienst de online-inhoud niet binnen het uur heeft verwijderd.
Het is volgens het NJCM van groot belang dat de overgebleven bezwaren ten opzichte van deze verordening door het Europees Parlement worden geadresseerd. Het is nog niet bekend wanneer de laatste Parlementaire stemming over dit voorstel zal plaatsvinden.