VN Mensenrechtencomité doet aanbevelingen aan het Koninkrijk op het gebied van burgerrechten en politieke rechten

Op 25 juli 2019 heeft het VN-Mensenrechtencomité aanbevelingen gedaan aan het Koninkrijk der Nederlanden ten aanzien van de naleving van het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR).

Dit is onderdeel van haar toezichthoudende taak op de naleving van het verdrag. Iedere vijf jaar leggen de landen die partij zijn bij het verdrag een verklaring af over de status van de bescherming van de burgerrechten en politieke rechten in hun land. Voorafgaand aan deze aanbevelingen vond er een bijeenkomst plaats in Genève waarbij verschillende NGO’s hun rapportage presenteerden aan het Comité ter voorbereiding van de sessie met de regering. Lees in deze rubriek meer over het verloop van deze consultatie en de gezamenlijke NGO-rapportage: ‘NJCM presenteert NGO-rapportage aan het VN-Mensenrechtencomité, 9 juli 2019.’

Enkele aanbevelingen van het Mensenrechtencomité aan Nederland uitgelicht:

Vreedzame demonstraties

Het Comité is bezorgd dat enkele bepalingen van de Wet openbare manifestaties (WOM), waaronder de bepaling dat de burgemeester een betoging die niet vooraf is aangekondigd mag beëindigen en verbieden, in strijd is met het recht van vreedzame vergadering. Verder is het Comité bezorgd dat de toenemende praktijk van ID-checks en politie surveillance bij vreedzame betogingen een chilling effect op demonstraties heeft. De conclusies van het Comité op dit gebied komen in grote lijnen overeen met hetgeen in de gezamenlijke NGO-rapportage is aangekaart ten aanzien van het recht op vreedzame vergadering.

Het boerkaverbod en vrijheid van religie

Volgens het Comité is het gedeeltelijke verbod op gezichtsbedekkende kleding mogelijk een beperking van de vrijheid van religie van vrouwen die een nikab of boerka dragen. Daarbij komt dat het verbod niet aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit lijkt te voldoen. Verder is het Comité bezorgd dat het bijdraagt een de verdere marginalisatie van moslimvrouwen in Nederland.

De Groningse aardbevingen

Het Comité merkt op dat, ondanks dat de staat heeft toegezegd voor eind 2030 met de exploitatie van gas te stoppen, zij bezorgd blijft over de serieuze effecten die gasexploitatie heeft op de veiligheid en het welzijn van de Groningers. Het Comité oordeelt dat de staat een adequate compensatie dient te bieden en de Groningers bij het afbouwplan dient te betrekken. Ook deze punten worden aangekaart in de gezamenlijke NGO-rapportage.

Tot slot

Enkele andere onderwerpen die aan bod komen in de aanbevelingen zijn stateloosheid, de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) en etnisch profileren. Nederland dient op het gebied van gasboringen in Groningen, vluchtelingen en asielzoekers en discriminatie, hate speech en hate crimes binnen twee jaar informatie te verstrekken ten aanzien van de implementatie van de aanbevelingen. De volgende periodieke evaluatie vindt plaats in 2025.

Bronnen

Human Rights Committee, Concluding observations on the fifth periodic report of the Netherlands*, 25 July 2019.

Gezamenlijke NGO-rapportage aan het VN-Mensenrechtencomité, June 2019