16 Miljoen Brave Nederlanders: ‘Laat privacy niet tot mythe verworden!’

DEN HAAG Nederlanders, waaronder ook de volksvertegenwoordigers in Den Haag, zijn ‘braaf’ en ‘naïef’. Althans, wanneer het gaat om de bescherming van het recht op privacy en de verwerking van persoonsgegevens.
‘Steeds meer gegevens worden aan elkaar gekoppeld, we worden getypeerd, gestereotypeerd en soms gediscrimineerd op basis van profielen die zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven gebruikt worden om efficiënt en heel specifiek diensten en producten aan te leveren.’ Aldus Corien Prins, hoogleraar recht en informatisering aan de Universiteit van Tilburg en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Prins zette hiermee als dagvoorzitter de toon voor het NJCM-lustrumcongres ‘16 Miljoen BN’ers? Bescherming van Persoonsgegevens in het Digitale Tijdperk’.
Het congres vond plaats op 8 oktober jl. te Den Haag ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM).

‘Wij zijn met zijn allen – want allemaal zijn wij werkzaam bij enige organisatie – bezig een niet in omvang (…) en zeker ook niet in tijd beperkt, systeemgeheugen te creëren. Een systeemgeheugen dat zichzelf vooralsnog niet corrigeert’, vervolgt Prins. ‘Weten wij zeker hoe die technologie precies in elkaar zit? En, weten wij eigenlijk wel hoe kwetsbaar we ons maken als samenleving en individuele burger, met de inzet van die technologie? Zijn wij niet te naïef door te stellen “ik heb niets te verbergen”?’

De zorgen van Prins worden gedeeld door keynote speaker Alex Brenninkmeijer, die als Nationale ombudsman onder meer klachten ontvangt van burgers die slachtoffer zijn geworden van identiteitsfraude. Die ‘16 Miljoen Bekende Nederlanders’ krijgen, volgens de Nationale ombudsman, te maken met een ‘onbekende overheid’ zonder algemeen aanspreekpunt, terwijl de schade veelal niet meer rechtgezet kan worden, omdat databases worden gekoppeld en onduidelijk is waar de informatie vandaan komt en wie voor wat verantwoordelijk is. Dit probleem wordt, volgens Brenninkmeijer, gevoed door de ‘onmatige overheid, die ongeremd is in haar ambities en honger naar informatie’. De hieruit voortvloeiende schade heeft niet alleen materiële gevolgen, maar ook immateriële. Brenninkmeijer:, ‘Het is geen kwestie van “Er is iets bekend of er is iets onjuist over mij.” Nee, het zijn kwesties waar mensen wakker over liggen, het is iets waar mensen broodmager van worden en het is iets waarvan mensen in ernstige psychische problemen komen.’ De overheid moet daarom benaderbaar worden, met een serieus aanspreekpunt dat handelingsbevoegd is.

Bert-Jaap Koops, hoogleraar regulering van technologie aan het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (Universiteit van Tilburg) ziet het huidige bouwwerk van dataprotectie-maatregelen als een ruïne: ‘We hebben een complex kader dat weinig richting geeft, dat onbekend is op de werkvloer of heel moeilijk te vertalen is naar concrete afwegingen en beslissingen voor omgang met persoonsgegevens op de werkvloer.’.
Als advocaat van de duivel stelt Koops twee mogelijke oplossingen voor. De eerste oplossing is de ‘orthodoxe methode’, waarbij het huidige systeem wordt gerenoveerd. Volgens Koops is dit echter ‘een achterhoedegevecht’. Hij verwacht er ‘meer van hetzelfde’ van.
Koops pleit als advocaat van de duivel dan ook voor de tweede optie, die van data-maximalisatie. Dit houdt in dat het gehele systeem wordt afgebroken en opnieuw opgebouwd door een hooiberg van informatie – en daarmee 16 miljoen Bekende Nederlanders – te creëren om het systeem te overbelasten. Want, stelt Koops, ‘als je iets te verbergen hebt, stop er dan vooral een hooiberg omheen.’
Volgens Koops past dit bij wat we op internet steeds meer zien: ‘digitaal exhibitionisme’. Er worden steeds meer persoonsgegevens op internet gezet als ‘overlevingsstrategie’, betoogt Koops. ‘Je kunt niet anders als je mee wilt komen. (…) Je geeft gewoon al je gegevens prijs en dat maakt niet uit want iedereen doet dat. (…) We worden overal op beoordeeld, maar dat is niet erg als iedereen ziet hoe we worden beoordeeld.’
Als voorwaarde voor deze optie stelt Koops dat er goede waarborgen zijn voor foutencorrectie en toezicht. ‘We leven al in een glazen samenleving en dat moeten we dus vooral gaan gebruiken. We moeten terugkijken.’ Door maximale transparantie te creëren, krijgt de burger zicht en invloed op zijn virtuele identiteit en wordt het glazen huis naar twee kanten doorzichtig.

Bart de Koning, redacteur bij HP/De Tijd en auteur van Alles onder controle: de overheid houdt u in de gaten, richt zich in zijn betoog op de indirecte invloed van de media. Na de gebeurtenissen op 11 september 2001 constateerde De Koning vooral een aanjagende functie van de media, waarop de politiek met ‘keiharde maatregelen’ reageert. De media oefenen daardoor indirect invloed uit op steeds restrictiever wordend beleid.
Sinds kort signaleert De Koning echter een nieuwe (positieve) trend waarbij journalisten slachtoffers van de media tegenkomen en daardoor een kritischer kijk op zaken ontwikkelen. De Koning verwijst naar de ervaring van de redactie van De Telegraaf die door de AIVD geschaduwd is, werd afgeluisterd en waar huiszoekingen zijn gedaan. Hij heeft zich er ‘wel over geamuseerd’, omdat de Telegraaf de afgelopen jaren in commentaar na commentaar heeft geroepen om meer macht voor de overheid, ‘weg met de linkse rechters’ en ‘weg met de linkse advocaten’. Men kreeg even een koekje van eigen deeg, smaalt De Koning.
Ook politici ondervinden steeds meer de gevolgen van ‘totale openbaarheid’, vertelt De Koning. Bijvoorbeeld wanneer hun creditcardgegevens op straat komen te liggen – door een menselijke fout van een ambtenaar, een oplettende burger met een cameraatje in zijn mobiel – en gênante gegevens openbaar worden. Dit is volgens De Koning het soort ‘terugkijken’ naar Big Brother waar Koops onder meer op doelde als onderdeel van checks and balances.

De Koning heeft zich ook lang afgevraagd waarom de gemiddelde Nederlander zich nauwelijks boos lijkt te maken over de uitholling van zijn privacy. Dat heeft volgens hem voor een deel te maken met ons vertrouwen in de staat, dat historisch gezien niet zoveel heeft geleden als bijvoorbeeld in Duitsland. ‘In Nederland zijn we daardoor wat naïever.’ Maar, zegt De Koning, ‘wat er ook gebeurt, is dat heel veel van die agressie van de staat zich niet richt op (…) de blanke middenklasse of op de elite. Die richt zich op de gekleurde onderklasse.’ De media spelen daarin een ‘kwalijke rol’, volgens De Koning. Politici worden erdoor aangezet om ‘keiharde maatregelen’ te nemen in plaats van in dialoog te treden, zoals het preventief registreren van bepaalde groepen of preventief fouilleren op bepaalde plaatsen. ‘Willen we hieraan meewerken als straks een andere regering aantreedt?’, vraagt De Koning zich af.

Peter Hustinx, Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming, sluit het ochtendgedeelte van het lustrumcongres af met een blik op de problematiek vanuit zijn Brusselse perspectief. Hij constateert een onevenredige onbezorgdheid van de Nederlandse burger ten opzichte van andere Europeanen. In de EU is gemiddeld 67-68% van de burgers bezorgd om zijn of haar privacy. In landen als Duitsland en Oostenrijk is dat rond de 90% en in Engeland is men ook ‘niet naïef’ en loopt de bezorgdheid in de 80%. In Nederland is dat percentage in vijf jaar tijd afgenomen van in de 50-60% tot 34%.
Hustinx benadrukt daarom het wezen van de discussie, die volgens hem niet draait om ‘de bescherming van persoonsgegevens, maar om bescherming van de mensen op wie deze gegevens betrekking hebben’.
De Europees toezichthouder licht toe: ‘Het begrip persoonsgegeven is alleen maar (…) een grensafbakening. Vanaf dat moment begint dat stelsel van waarborgen te werken. En het is een misnomer, die zijn oorsprong kent in Duitsland en vanaf het eerste moment heeft men die term Datenschutz, dataprotection, gegevensbescherming, overgenomen. Maar als u gaat naar de vroegste stukken en ook de toelichting bij het Verdrag van de Raad van Europa, dan staat daar: dit is een grondrecht dat raakvlakken heeft met antidiscriminatie en met free speech. (…) Het is eigenlijk een ontwikkeld begrip voor fair play in een informatiesamenleving en van een hele grote structurele betekenis.’

De balans tussen dataverwerking en de bescherming van mensenrechten wordt nader onder de loep genomen in de vier workshops die ’s middags op het programma staan: 1) ICT en wetgeving, 2) Wettelijke bescherming in de praktijk, 3) Verantwoordelijkheid van het openbaar bestuur en 4) Invloed van Europa.
Het deelnemersveld bestaat uit 160 deskundigen en andere geïnteresseerden werkzaam bij de departementen, de rechterlijke macht, de advocatuur, het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld. Vanuit deze verschillende perspectieven worden de mogelijke mensenrechtelijke knelpunten op het gebied van privacy en de bescherming van persoonsgegevens geïdentificeerd en worden aanbevelingen geformuleerd voor de Staatscommissie Grondwet.

Dagvoorzitter Prins zet aan het einde van de dag – met het ‘gevoel dat wij met zijn allen een taak zien, ieder vanuit zijn eigen niveau, vanuit zijn eigen functie’ – de belangrijkste conclusies op een rijtje:

  • Effective remedies. Er moet een laagdrempelige toegang tot de rechter worden gerealiseerd of andere mogelijkheden tot rechtsherstel voor de burger.
  • Privacy by design. Het observeren van mensen, het opslaan en verwerken van gegevens, grootschalige systemen, camera’s, etcetera; het is allemaal technologie. Diezelfde technologie zou dan ook (van ontwerp af aan) moeten faciliteren in de oplossing.
  • De wetgever. Er dient meer aandacht te komen voor de materiële normen en de verantwoordelijkheid voor het stellen van die materiële normen. De wetgever mag deze verantwoordelijkheid niet doorschuiven, niet in Brussel en niet in Den Haag. Ook op het niveau van de Grondwet moeten we handen en voeten geven aan materiële normen.

Prins: ‘Ga de uitdaging aan. (…) Laat privacy niet tot een mythe verworden!’

Meer informatie treft u aan in onderstaande documenten:

NJCM-aanbevelingen Staatscommissie Grondwet_30 november 2009

Verslag_NJCM-Lustrumcongres_8 oktober 2009

PROGRAMMA NJCM-lustrumcongres, 8 oktober 2009