DEN HAAG. Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken heeft de ambassadeur van Zimbabwe ontboden op het departement. Hij wil daarmee zijn ongenoegen uiten over de weigering op 26 maart j.l. van de Zimbabwaanse autoriteiten om de Nederlandse mensenrechtenambassadeur tot Zimbabwe toe te laten.
De mensenrechtenambassadeur wilde zich ter plekke op de hoogte stellen van de mensenrechtensituatie in Zimbabwe, onder andere door gesprekken te voeren met vertegenwoordigers van de regering en van maatschappelijke organisaties. Dit werd echter niet toegestaan door het ministerie van Buitenlandse Zaken van Zimbabwe.
Nederland maakt zich zorgen over de slechte mensenrechtensituatie in Zimbabwe en zal dit aan de orde stellen in de VN Mensenrechtenraad in Genève en mensenrechtenorganisaties blijven steunen, aldus minister Verhagen.
De slechte mensenrechtensituatie blijkt ook uit een verklaring van de Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions van de VN, Philip Alston. Dit is een onafhankelijke expert, benoemd door de VN Mensenrechtenraad.Hij riep de Zimbabwaanse regering op onmiddellijk te stoppen met het gebruik van dodelijk geweld tegen ongewapende politieke activisten. De instructies van de regering aan politie en leger om op burgers te schieten vormen een duidelijke schending van de mensenrechten. Als de aanvallen tegen burgers wijd verspreid of systematisch van aard zijn, kan onder internationaal recht zelfs sprake zijn van misdrijven tegen de menselijkheid. Politiemensen die orders opvolgen om op ongewapende demonstranten te schieten, kunnen daar ook persoonlijk verantwoordelijk voor worden gehouden.
