AMSTERDAM. Amnesty heeft op 2 mei een onderzoeksrapport gepubliceerd over gemeentelijk antidiscriminatiebeleid. Hieruit blijkt dat gemeenten weinig prioriteit geven aan discriminatiebestrijding. Nog geen 10% van de gemeenten voert integraal beleid tegen discriminatie en slechts 17% geeft aan op specifieke terreinen, zoals horeca en openbare orde, antidiscriminatiebeleid te voeren.
De rijksoverheid heeft aangegeven dat bestrijding van discriminatie een speerpunt is en dat daarbij voor gemeenten een belangrijke taak is weggelegd. Gelet daarop heeft Amnesty Nederland zich afgevraagd in welke mate gemeenten daadwerkelijk antidiscriminatiebeleid ontwikkelen en uitvoeren. Om daarin inzicht te krijgen heeft het onderzoeksbureau Reseach voor Beleid in opdracht van Amnesty begin 2007 een inventariserend onderzoek uitgevoerd onder alle Nederlandse gemeenten. De enquete is ingevuld door 44% van de gemeenten, die qua inwoneraantal en geografische spreiding goed over Nederland zijn verdeeld.
Uit het onderzoek blijkt dat in 92% van de gemeenten de aanpak van discriminatie niet is opgenomen in het collegeprogramma. Dit wekt de indruk dat discriminatiebestrijding bij gemeenten een lage prioriteit heeft, zo stelt Amnesty in haar rapport. Ook komt naar voren dat gemeenten die aangeven contact te hebben met lokale belangenorganisaties, lokale antidiscriminatiebureaus (ADBs) of meldpunten meer doen aan de bestrijding van discriminatie dan gemeenten die die contacten niet hebben. Op dit moment bestaat er echter nog geen landelijk dekkend netwerk van ADBs en meldpunten dat alle gemeenten in Nederland bestrijkt.
Opvallend is verder dat een grote meerderheid van de gemeenten (68%) in het kader van het onderzoek heeft gemeld dat discriminatie geen wezenlijk probleem is in de eigen gemeente, terwijl tegelijkertijd 58% aangeeft geen of nauwelijks inzicht te hebben in de mate waarin discriminatie voorkomt.
Amnesty heeft het rapport, getiteld ‘Aanpak van discriminatie door Nederlandse gemeenten: 443 kansen voor verbetering’, op 2 mei aangeboden aan Ella Vogelaar, Minister voor Wonen, Wijken en Integratie.
