Antwoord op kamervragen over niet-criminele kinderen in jeugdgevangenissen

DEN HAAG. Het samen plaatsen van ‘civielrechtelijk geplaatste’ kinderen en ‘strafrechtelijke geplaatste’ kinderen in justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s) kan op bezwaren stuiten. Naarmate het strafaspect meer aandacht behoort te krijgen, ligt samenplaatsing van beide groepen kinderen minder voor de hand. Dat schrijven de staatssecretaris van VWS en de minister van Justitie in antwoord op schriftelijke vragen van D66-kamerlid Lambrechts.

De werkgroep kinderrechters van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak heeft in februari in een manifest de noodklok geluid over de positie van ‘civielrechtelijk geplaatste’ kinderen in justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s). Het gaat daarbij om kinderen met ernstige gedragsproblemen, dikwijls licht verstandelijk gehandicapt of afkomstig uit onder hoge druk staande gezinnen. Voor deze categorie kinderen kunnen intensieve vormen van hulp in eigen omgeving mogelijk een alternatief zijn voor gesloten plaatsing. Deze hulp komt volgens de kinderrechters echter niet van de grond.

De staatssecretaris van VWS en de minister van Justitie schrijven in antwoord op de kamervragen van Lambrechts, dat plaatsing van een jongere niet mede mag worden gebaseerd op de overweging dat er een tekort is aan andere vormen van opvang, zoals plaatsing in een psychiatrische behandelinrichting. Het oordeel van de kinderrechter moet volgens de bewindslieden gebaseerd zijn op de noodzaak van een gesloten plaatsing in verband met ernstige gedragsproblemen van de jeugdige.

De vraag of samenplaatsing van ‘civielrechtelijk geplaatste’ en ‘strafrechtelijk geplaatste’ kinderen moet worden gecontinueerd, is onderdeel van de evaluatie van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, waarvan de onderzoeksresultaten dit voorjaar worden verwacht. Rond de zomer zal de Tweede Kamer hierover nader worden geïnformeerd, zo schrijven de bewindspersonen in antwoord op de vragen van Lambrechts.

Het VN-comité voor de Rechten van het Kind heeft op 30 januari haar zorgen (‘concerns’) geuit over de Nederlandse praktijk, waarbij kinderen met gedragsproblemen, voor wie geen plaats is in reguliere behandelcentra, worden opgesloten in jeugdgevangenissen. In een verdragsrapportage over Nederland beveelt het VN-comité aan dat het opsluiten van deze categorie kinderen in jeugdgevangenissen wordt vermeden.

BRONNEN