Bespreking van de vijfde Nederlandse rapportage CEDAW in Genève

Op 27 januari jl. werd de vijfde Nederlandse rapportage over de implementatie van het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW) door het VN-Comité van de CEDAW in Genève besproken.

De Convention on the Elimination of the Discrimination against Women (CEDAW) is op 3 september 1981 in werking getreden, en is op 23 juli 1991 door Nederland geratificeerd. Staten die partij zijn bij dit verdrag zijn verplicht om minimaal om de vier jaar te rapporteren over de stand van zaken die vermeld staan in het verdrag.

De Nederlandse delegatie werd dit maal geleid door Staatssecretaris Sharon Dijksma van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij beantwoordde onder meer vragen van het Comité over het Nederlandse prostitutiebeleid en het beleid tegen mensenhandel, de bestrijding van vrouwendiscriminatie op lokaal niveau, de uitbereiding van het aantal vrouwen in hoge posities en het beleid rond gezinshereniging.

Het Netwerk VN-Vrouwenverdrag heeft na aanleiding van het Nederlandse rapport een schaduwrapport geschreven dat ondertekend is door 54 organisaties, waaronder het NJCM. Hierin vragen zij aandacht voor o.a. de doorwerking van het verdrag in de nationale rechtsorde, de positie van thuiswerkers en de economische (on)afhankelijkheid van vrouwen.
Ook zijn zij afgereisd naar Genève tijdens de bespreking van de Nederlandse rapportage.

Voor meer informatie over het schaduwrapport en het werk van het Netwerk VN-Vrouwenverdrag in Genève, zie www.vrouwenverdrag.nl/vv/actueel

Zie ook als bijlage het Nederlandse statenrapport en het schaduwrapport van het Netwerk VN-Vrouwenverdrag.

Statenrapportage Nederland CEDAW

Schaduwrapport CEDAW