UTRECHT. Op 24 mei heeft de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) haar jaarverslag over 2006 gepubliceerd. Hieruit blijkt dat discriminatie nog steeds een hardnekkig verschijnsel is, dat vele verschijningsvormen kent en diep kan ingrijpen in de maatschappelijke participatie van grote groepen inwoners van Nederland. Het betreft voornamelijk vrouwen, allochtonen en chronisch zieken en gehandicapten.
De meeste klachten in 2006 betroffen arbeid en de arbeidsmarkt. Bovengenoemde groepen blijken vaak nog steeds een zwakke plaats in te nemen wanneer het gaat om toetreding tot de arbeidsmarkt, promotie, gelijke beloning en andere arbeidsvoorwaarden. Daarnaast blijken allochtone leerlingen in het onderwijs veel moeilijker aan een stageplaats te komen dan autochtonen, waarbij discriminatie een rol kan spelen.
Volgens het jaarverslag ging veel media-aandacht uit naar zaken waarin vrijheid van godsdienst een rol speelde, met name als het de Islam betrof. Belangrijke onderwerpen vormden religieuze kleding (hoofddoeken, sluiers) en het weigeren de hand te schudden met vreemden van het andere geslacht op grond van religieuze overwegingen.
In totaal heeft het CGB het afgelopen jaar 694 verzoeken om een oordeel gehad, tegen 621 het jaar ervoor. Er zijn 261 oordelen uitgesproken in 2006 (in 2005: 245) en in 46 % van de gevallen was sprake van verboden onderscheid. Verder heeft de CGB zeventien adviezen gegeven, elf meer dan in het jaar ervoor. De adviezen gingen o.a. over leeftijdsonderscheid bij sollicitaties, afschaffing van zwangerschapsuitkeringen aan zelfstandigen, het commentaar op de Nederlandse rapportage betreffende implementatie van het Vrouwenverdrag en wetsvoorstellen tot wijziging van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.
Naast deze resultaten worden in het jaarverslag onder meer de tweede evaluatie van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) en de oprichting van het Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens, waarbij de CGB actief betrokken is, besproken. De evaluatie van de AWGB is in december 2006 afgerond met het rappot Gelijke behandeling, principes en praktijken, opgesteld door de hoogleraren Zoontjes en Hertogh.
