Dick Marty kraakt VN-terrorismelijst

STRAATSBURG. Dick Marty, Zwitsers afgevaardigde in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, heeft stevige kritiek geuit op de VN-terrorismelijst op basis waarvan financiële sancties en reisverboden worden opgelegd aan personen en instellingen die ervan verdacht worden zich in te laten met terroristische activiteiten.

Marty uitte zijn kritiek op een speciale conferentie gewijd aan oorzaken van terrorisme op 25 april jl. die was georganiseerd door de Raad van Europa. Als speciaal rapporteur van de Parlementaire Vergadering had Marty een week eerder een memorandum openbaar gemaakt waarin hij kanttekeningen plaatste bij het gebrek aan waarborgen die worden geboden aan personen die op de terrorismelijst zijn geplaatst. Plaatsing op deze lijst gebeurt op voordracht van een VN-lidstaat, waarvoor niet vereist is dat de betrokkene eerst wordt gehoord. Ook hoeft de betrokkene niet op de hoogte te worden gesteld van plaatsing op de lijst. Verwijdering van de lijst kan alleen plaatshebben na instemming van alle leden van het VN-sanctiecomité. Dit sanctiecomité heeft dezelfde samenstelling als de Veiligheidsraad.

Marty zegt hierover: ‘It is frankly shocking to see that an international organisation whose purpose it is to affirm the principles of peace, tolerance and justice uses itself means that do not respect the fundamental principles at the base of any restriction of individual freedom in any civilised country: the right to be heard, the right to appeal to an independent tribunal, that to a fair trial, the principle of proportionality. The Parliamentary Assembly of the Council of Europe can certainly not remain indifferent in the face of such abuses, even more so as three permanent members of the Security Council are members of the Council of Europe, and a fourth has observer status with our organisation.’

Het gebrek aan rechtsbescherming na plaatsing op de VN-terrorismelijst is eerder aan de orde geweest in het Nederlandse parlement. Op 14 november 2006 aanvaardde de Eerste Kamer een motie waarin de regering werd verzocht zich in te zetten voor een meer transparante procedure rondom plaatsing op en verwijdering van de terrorismelijsten die worden opgesteld door de Europese Unie en Verenigde Naties. Inmiddels is er, als gevolg van aanvaarding van resolutie 1730(2006) door de Veiligheidsraad op 19 december 2006, wel een procedure rondom ‘delisting’ vastgesteld, maar deze biedt nog altijd geen mogelijkheid om in rechte in beroep te gaan.

Het VN-sanctieregime verschilt daarmee van het Europese regime, waarbij geldt dat beroep bij een rechter tegen plaatsing op de EU-terrorismelijst wel open staat. In een arrest van 19 december 2006 vernietigde het Gerecht van Eerste Aanleg van de EG het besluit om de Organisatie van Volksmujahedeen van Iran op de EU-lijst te plaatsen, omdat dit besluit onvoldoende was gemotiveerd. Hierbij werd de Raad van Ministers van de EG door het Gerecht opgedragen de tekortkomingen in het plaatsingsbesluit te herstellen.

De vaste commissie voor Justitie van de Eerste Kamer heeft Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen intussen verzocht de procedure rondom plaatsing op de VN-terrorismelijst bij de komende Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ter sprake te brengen. Op dit verzoek heeft de Minister nog niet gereageerd.

BRONNEN