Europees Comité ter Voorkoming van Marteling bezoekt Nederland

STRAATSBURG. Een delegatie van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) van de Raad van Europa bezocht van 10 tot 21 oktober jl. Nederland. Dit was het vijfde bezoek van het Comité aan Nederland.

Het CPT onderzocht in Nederland onder meer de omstandigheden van terbeschikking-gestelden (tbs), de behandeling van gedetineerde illegale vreemdelingen, de condities van en waarborgen tijdens inverzekeringstelling, en – voor het eerst – de situatie van zogenaamde ‘VRIS’-gevangenen (‘vreemdelingen in het strafrecht’, veroordeelde vreemdelingen die uitzetting afwachten) en de bijbehorende uitzettingsprocedures.

Tijdens haar bezoek aan Nederland sprak de CPT-delegatie onder meer met minister Opstelten van Veiligheid en Justitie, hoge ambtenaren van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Defensie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ook won de delegatie informatie in bij een aantal toezichthouders, de Nationale ombudsman en organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Een van de organisaties die werd gehoord was het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM). Het NJCM had naar aanleiding van de vooraankondiging van het bezoek een brief gestuurd aan het Comité met een aantal zorgpunten, voornamelijk betreffende vreemdelingendetentie, detentieomstandigheden op Sint Maarten en in gesloten jeugdzorginstellingen. De integrale tekst van de NJCM-brief treft u onderaan dit bericht.

Het rapport met de bevindingen en aanbevelingen van het CPT verschijnt uiterlijk een half jaar na het bezoek. Daarbij zal het Comité de regering ook verzoeken om een gedetailleerde reactie op de kwesties in het verslag.

De samenstelling van de delegatie en de lijst van instellingen die deze keer door het Comité zijn bezocht in Nederland vindt u hieronder in het persbericht.

De bezoeken van CPT-delegaties vinden plaats op periodieke basis (gewoonlijk eens per vier jaar). Het Comité dient de desbetreffende staat vooraf te informeren dat het van plan is een bezoek af te leggen. Daarna kan de delegatie overal en te allen tijde plaatsen bezoeken waar mensen mogelijkerwijs van hun vrijheid worden beroofd. Het gaat hierbij onder meer om (jeugd)gevangenissen, politiebureaus, detentiecentra voor asielzoekers, psychiatrische ziekenhuizen, en kindertehuizen. De landenrapporten van het CPT en de reacties daarop van de betreffende staten vormen onderdeel van een dialoog tussen de Raad van Europa en de Verdragsluitende Partijen op dit onderwerp.