Europees Commissaris voor de Mensenrechten publiceert rapport over Nederland

STRAATSBURG. De Europees Commissaris voor de Mensenrechten, Thomas Hammarberg, heeft op 11 maart jl. een rapport over Nederland gepubliceerd. Hierin beveelt de Commissaris aan het Nederlandse immigratie- en asielbeleid te herzien. Het rapport behandelt daarnaast een breed scala aan onderwerpen, waaronder de bescherming van de rechten van het kind, racistische en xenofobe tendensen, het immigratiebeleid en anti-terrorisme-maatregelen.

Ten aanzien van het Nederlandse asielbeleid stelt de Commissaris vast dat er veel kritiek is op het Nederlandse asielbeleid, onder meer van de UNHCR en een groot aantal non-gouvernementele organisaties (NGOs). De kritiek spitst zich toe op de zogenoemde 48-uur procedure (de procedure van maximaal 48 uur waarin het initiële onderzoek van asielaanvragen plaatsvindt). Volgens de genoemde organisaties is deze procedure met te weinig waarborgen omkleed en creëert hij een excessieve tijdsdruk waardoor het risico bestaat van schending van het non-refoulement beginsel (niemand mag worden uitgezet als het gevaar bestaat dat hij wordt onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen en bestraffingen). Ook zou deze procedure een schadelijk effect hebben op kwetsbare groepen, zoals slachtoffers van seksueel geweld. In juni 2008 heeft de Minister van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer voorgesteld de nu geldende asielprocedure te wijzigen. Doel van de voorgestelde wijziging is om de afhandelingsprocedure van asielaanvragen efficiënter te maken. De kern van de voorgestelde verandering is het verlengen van de 48-uur periode tot acht dagen en het afhandelen van meer asielaanvragen binnen deze periode. De Commissaris geeft in zijn rapport aan verbaasd te zijn dat de regering meer asielaanvragen wil afhandelen in de enigszins verlengde periode, inclusief kwetsbare groepen, zoals minderjarigen zonder begeleiders. De Commissaris heeft kennisgenomen van zorg onder NGOs dat de nieuwe procedure voor versnelde behandeling de standaardprocedure zal worden voor het overgrote deel van de aanvragen. De Commissaris stelt dat een ‘snelle procedure’ geschikt is voor duidelijke gevallen, zoals duidelijk niet-onderbouwde aanvragen, maar schadelijk kan zijn voor alle andere zaken en in het bijzonder voor kwetsbare groepen, zoals slachtoffers van geweld en minderjarigen zonder begeleiders. De Commissaris is van oordeel dat het voorstel voor de wetswijziging onvoldoende ingaat op de kritiek op de nu geldende wetgeving, waar het betreft het bieden van waarborgen voor asielzoekers. Hij roept de Nederlandse regering daarom op om de procedure voor versnelde behandeling te beperken tot duidelijke gevallen (‘clear cut cases’) en om een algemene regeling te ontwerpen die de autoriteiten voldoende tijd biedt om de feiten van de zaak zorgvuldig vast te stellen en tegelijkertijd de asielzoeker gelegenheid biedt om bewijs te leveren.

Met betrekking tot de bescherming van de rechten van het kind merkt de Commissaris met bezorgdheid op dat minderjarigen die op grond van een uitspraak van de burgerlijke rechter in een gesloten instelling zijn geplaatst dikwijls worden ondergebracht in dezelfde instellingen waarin ook minderjarigen zijn geplaatst die een door de strafrechter opgelegde straf uitzitten. De Commissaris wijst ook op tekortkomingen (‘shortcomings’) in het Nederlandse strafrechtelijk systeem waaronder de lage minimumleeftijd voor strafrechterlijke vervolging, twaalf jaar, alsmede de toepassing van volwassen strafrecht op minderjarigen, die in gevangenissen voor volwassenen kunnen worden geplaatst. De Commissaris roept de Nederlandse autoriteiten op om de hoogste standaarden voor de bescherming van kinderrechten te verzekeren in het gehele Koninkrijk der Nederlanden.

Op het terrein van discriminatie en ongelijke behandeling roept de Commissaris de Nederlandse wetgever op om de uitzondering voor organisaties gebaseerd op religie of geloof te verwijderen uit de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) en de zogeheten ‘enkele feit-constructie’ te schrappen. Ten aanzien van de situatie van vrouwen moedigt de Commissaris de regering aan om door te gaan met het bieden van hulp aan slachtoffers van huiselijk geweld en om alle mogelijke wegen te volgen om snelle en passende maatregelen te nemen tegen vrouwenbesnijdenis. Met betrekking tot de positie van mensen met een handicap roept de Commissaris de Nederlandse autoriteiten op het VN Verdrag voor de Rechten van personen met een Handicap te ondertekenen en te ratificeren, alsmede de wetgeving op het gebied van gelijke behandeling uit te breiden naar alle vormen van onderwijs, goederen en diensten, openbaar vervoer en sociale bescherming. Meer specifiek roept de Commissaris de autoriteiten op om personen met een handicap volledige toegang tot alle vormen van openbaar vervoer te bieden zonder het opwerpen van financiële barrières.

Voorts brengt de Commissaris in zijn rapport zijn bezorgdheid tot uitdrukking over racistische, anti-Semitische en andere intolerante tendensen in de Nederlandse samenleving, in het bijzonder intolerantie tegenover Moslims. Hij roept de Nederlandse autoriteiten op om een sterk signaal af te geven tegen anti-Islamitische tendensen, om het nationaal actieplan tegen racisme en xenofobie te promoten en om de implementatie daarvan te evalueren in nauwe samenwerking met maatschappelijke organisaties.

Ten aanzien van het anti-terrorisme-beleid ten slotte stelt de Commissaris vast dat in de afgelopen jaren vele maatregelen op dit terrein zijn genomen. Hij is van oordeel dat een evaluatie van deze maatregelen nodig is om te verzekeren dat zij in overeenstemming zijn met de internationale mensenrechtenverdragen. De Commissaris stelt met bezorgdheid vast dat in de betreffende wetgeving vage termen worden gebruikt die niet de mate van precisie hebben om te kunnen voldoen aan de legaliteitseis. Hij roept de autoriteiten (o.m.) op om deze wetgeving te wijzigen, opdat burgers hun gedrag op de wetgeving kunnen afstemmen.

Het integrale rapport van Commissaris Hammarberg kan worden gedownload in het onderstaande.

De Europees Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa geeft onafhankelijke oordelen over het functioneren van de rechtsstaat en de naleving van de regelgeving van de Raad van Europa met betrekking tot de mensenrechten. Daarnaast verzorgt de Commissaris voorlichting aan burgers over de mogelijkheden die de mensenrechtenverdragen van de Raad van Europa bieden.

Commissaris Hammarberg heeft met zijn delegatie Nederland bezocht in de periode van 21 tot 25 september 2008. Tijdens dit bezoek heeft de Commissaris gesprekken gevoerd met onder meer ministers, parlementariërs, leden van de rechterlijke macht, de Nationale Ombudsman, leden van de Commissie Gelijke behandeling, vertegenwoordigers van non-gouvernementele organisaties (NGOs) en andere maatschappelijke organisaties. De focus van het bezoek was gericht op het Nederlandse immigratie-, integratie- en asielbeleid, de rechten van kinderen en de strijd tegen discriminatie en intolerantie.

Bronnen