Op vrijdag 14 en zaterdag 15 maart kwamen zes Europese secties van de International Commission of Jurists (ICJ), waaronder de Nederlandse sectie (het NJCM), en afgevaardigden van de ICJ bijeen in Leiden om de mogelijkheden voor nauwere samenwerking te onderzoeken en daarmee hun invloed op Europees niveau te vergroten.
Collega’s uit Denemarken, Geneve, Noorwegen, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, en Zwitserland ontmoetten elkaar vrijdagvond op de Rechtenfaculteit in Leiden, waar de bijeenkomst werd geopend door middel van thematische inleidingen. Hieruit bleek dat de gevolgen van anti-terrorisme beleid en wetgeving voor de mensenrechten de afgelopen jaren een belangrijke plaats innemen op de agenda’s van de aanwezige secties. Vooral de invloed hiervan op immigratie en privacy van burgers houdt de gemoederen bezig. Dit zijn onderwerpen waarop de secties en de ICJ samen zouden kunnen werken, ofwel door de situaties in elkaars landen te vergelijken en kennis te delen, dan wel door samen te lobbyen bij de relevante EU instellingen in Brussel.
Op zaterdag begon de dag met presentaties waarmee de deelnemers elkaar lieten zien hoe hun sectie is ontstaan, hoe het is georganiseerd, op welke manier zij te werk gaat en welke onderwerpen op de agenda staan voor 2008. De presentaties maakten duidelijk dat de secties onderling veel van elkaar verschillen. Zo bestaan JUSTICE uit Londen al sinds 1957, heeft 40 Raadsleden, zes betaalde werknemers en 1500 leden, terwijl de Zwitserse sectie in 1991 is opgericht, 10 actieve doch vrijwillige leden telt en 140 leden heeft. Ook de samenstelling van de besturen van de secties verschilt. Zo bestaat het NJCM bestuur voornamelijk uit onafhankelijke leden, terwijl de Oostenrijkse sectie met name wordt bestuurd door hoge overheidsambtenaren en presidenten van rechtbanken. De ene sectie kan zich daardoor over bepaalde kwesties vrijer uitlaten dan de andere.
De Noorse sectie is nog onder constructie en putte inspiratie voor haar opbouw en samenstelling uit de ervaringen van de aanwezigen. Net als onder meer in Denemarken ‘concureert’ deze sectie in eigen land met een Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens, waardoor zij hun werk zullen focussen op de juridische aspecten van mensenrechtenontwikkelingen en de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het rechtsstelsel.
De bijeenkomst werd voortgezet door een brainstorm sessie waarin de mogelijkheden voor samenwerking werden besproken. De secties kwamen onder meer overeen om elkaar vaker te ontmoeten. Zo zal de volgende Europese bijeenkomst plaatsvinden in het najaar van 2009 en komen de secties al in december 2008, na de mondiale bijeenkomst van de ICJ in Genève, bij elkaar om de digitale samenwerking tot die tijd te evalueren. De secties zijn al begonnen met wederzijdse consultaties via de e-mail, maar verwachten ook door de ICJ in een vroeger stadium bij hun acties te worden betrokken.
Hoewel sommige secties, waaronder het NJCM, recentelijk hebben samengewerkt met het ICJ ontvangt men meestal de kant-en-klare resultaten van ICJs onderzoeken, waardoor deze vaak algemeen en daardoor niet toepasbaar zijn in eigen land. Afgesproken is nu dat de ICJ de secties eerder zal betrekken bij haar activiteiten, waardoor zij gerichter actie zullen kunnen ondernemen op nationaal niveau. Daarnaast is de ICJ voornemens om een Netwerk Coördinator aan te nemen om een beter overzicht te verkrijgen in het werk van de verschillende secties en deze met elkaar te verbinden wanneer zij met dezelfde onderwerpen bezig zijn.
De uitkomsten van deze sessie zullen binnenkort worden verwerkt in een document dat als leidraad zal dienen voor nauwere en efficiënte samenwerking tussen de Europese secties van de ICJ, maar ook als voorbeeld voor andere regio’s waar ICJ secties opereren.