DEN HAAG. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Nederlandse Staat niet langer mag toestaan dat de SGP het passieve kiesrecht voor vrouwen ontzegt. Vrouwen mogen wel lid worden van de partij, maar mogen niet verkozen worden om de partij te vertegenwoordigen. Eerder al hadden zowel de Rechtbank als het Gerechtshof Den Haag de Staat ongelijk gegeven.
Het NJCM verwelkomt de uitspraak in deze zaak, die zij zelf heeft aangespannen tegen de Staat, samen met het Clara Wichmann proefprocessenfonds, de Nederlandse Vrouwenraad (52 lidorganisaties), de Nederlandse Vereniging voor Vrouwenbelangen, Vrouwenarbeid en Gelijk Staatsburgerschap, het Humanistisch Overleg Mensenrechten, en de Vereniging Vrouwennetwerk Nederland.
Nederland heeft als enig Europees land een politieke partij waarin statutair is vastgelegd dat vrouwen geen minister, Tweede Kamerlid, wethouder of gemeenteraadslid mogen worden. Volgens de Hoge Raad druist dit in tegen het VN-Vrouwenverdrag, waar Nederland lid van is. Landen die het Verdrag hebben ondertekend hebben een verplichting om politieke discriminatie voor vrouwen in hun staat tegen te gaan. Hierin heeft Nederland gefaald door het beleid van de SGP te gedogen.
Het NJCM is zeer verheugd dat met deze uitspraak een duidelijk standpunt is ingenomen tegen het discrimineren van vrouwen in de politiek, en hoopt dat de Nederlandse Staat binnen korte termijn effectieve stappen zal ondernemen om te voorkomen dat de SGP in de toekomst vrouwen kan weren om zich verkiesbaar te stellen namens de partij.
Voor een gedetaileerd overzicht van de uitspraak, klik hier voor de jurisprudentiepagina
