HRW-World Report 2008: ook Nederland onder de loep van Human Rights Watch

WASHINGTON D.C. Op 31 januari jl. presenteerde Human Rights Watch (HRW) haar World Report 2008 inhoudende de evaluaties van de mensenrechtensituatie in 75 verschillende landen, waaronder Nederland. HRW prijst het generaal pardon waardoor volgens de organisatie de nieuwe regering een duidelijke breuk aangeeft met de lijn van de voorgaande bestuurders.

HRW is echter bezorgd over recente ontwikkelingen in de Nederlandse terrorismewetgeving ten opzichte van het recht op een privé-leven, het recht op vrijheid en veiligheid en het recht op een eerlijk proces. HRW noemt nadrukkelijk de Wet Verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven. Met deze wet is voor het inzetten van bijzondere opsporingsmethoden – zoals telefoontap – niet langer een ‘redelijk vermoeden’ van een strafbaar feit nodig, maar zijn ‘aanwijzingen’ dat een terroristische aanslag wordt voorbereid voldoende voor het inzetten van bijzondere opsporingsmogelijkheden. Daarnaast mag de officier van justitie in bepaalde gebieden personen preventief laten fouilleren en verlengt deze wet de voorlopige hechtenis van 90 dagen naar 2 jaar.

Voorts gaat HRW in op het Wetsvoorstel bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid dat reeds in maart 2007 door de Tweede Kamer is aangenomen en momenteel bij de Eerste Kamer ligt. Dit wetsvoorstel voorziet onder meer in de volgende bestuursrechtelijke maatregelen: een periodieke meldingsplicht en een verbod zich te begeven in de nabijheid van bepaalde personen of bepaalde delen van Nederland. Het NJCM stelde de rechtmatigheid van dit wetsvoorstel aan de kaak tijdens de Europese zitting van het Eminent Jurists Panel on Terrorism, Counter-terrorism measures and Human Rights van de International Commission of Jurist (ICJ) afgelopen zomer in Brussel. Daarbij uitte het NJCM haar bezorgdheid ten opzichte van dit voorstel op drie punten: 1) de wet raakt mensen die niet verdacht zijn onder het Nederlandse Wetboek van Strafrecht, daarnaast zijn er geen aanwijzingen dat zij een terroristische aanslag beramen, 2) het gebrek aan voorzienbaarheid door het gebruik van vage en open bewoordingen, 3) het gebrek aan voorafgaande goedkeuring door een rechter.

BRONNEN

HRW Presentatie World Report 2008, 31 januari 2008
NJCM-backgroundbriefing: Terrorism, Counter-terrorism meassures and human rights in the Netherlands