Mensenrechtenrapportage 2010 aangeboden aan Tweede Kamer

DEN HAAG. Het ministerie van Buitenlandse Zaken rapporteerde op 25 juli jl. namens de regering over de uitvoering van de mensenrechtenstrategie ‘Naar een menswaardig bestaan’ (2007) in 2010. In de rapportage worden de middelen, activiteiten en behaalde resultaten in kaart gebracht, die op basis van de strategie zijn ingezet met het doel om de mensenrechten wereldwijd te verbeteren. De regering rapporteerde tweemaal eerder over de uitvoering van deze strategie, in 2008 en 2009.

In de rapportage wordt aandacht besteed aan:

  • prioritaire thema’s (zoals de afschaffing van de doodstraf, de vrijheid van meningsuiting en mediadiversiteit, en de bescherming van mensenrechtenverdedigers);
  • mensenrechten, vrede en veiligheid;
  • de ondeelbaarheid van mensenrechten;
  • multilaterale fora;
  • de financiering van de mensenrechtenactiviteiten;
  • de inzet per regio;
  • het mensenrechtenfonds;
  • activiteiten van Nederlandse ambassades op 10 december 2010.

Hieronder wordt een aantal onderwerpen uitgelicht met kort commentaar van het NJCM. Klik HIER om het volledige rapport te lezen.

Effectiviteit en selectiviteit

De regering rapporteert over de geboekte resultaten op het gebied van mensenrechten ‘in het volle besef dat mensenrechten nog steeds wereldwijd worden geschonden’, aldus minister Rosenthal in het voorwoord bij de rapportage. De minister maakt hier een handig bruggetje naar de keus voor ‘effectiviteit’ en ‘selectiviteit’ als de rode lijnen van de actualisering van de strategie uit 2007, de in april jl. gepresenteerde mensenrechtenstrategie: ‘Verantwoordelijk voor vrijheid: mensenrechten in het buitenlands beleid’. Meer over de geactualiseerde mensenrechtenstrategie leest u door HIER te klikken.

Mensenrechtenverdedigers

In 2010 werd in EU-verband verder gewerkt aan het zogenaamde Shelter City-initiatief, dat beoogt op gecoördineerde wijze mensenrechtenverdedigers die onder druk staan tijdelijk onderdak te bieden in een netwerk van daarvoor geschikte steden of regio’s binnen de EU. Tijdens de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken medio december 2010 nam de Tweede Kamer de motie El Fassed aan waarin de Nederlandse regering werd gevraagd zich aan te sluiten bij het Shelter City-initiatief en bijbehorende procedures voor noodvisa in te voeren. Minister Rosenthal heeft aangegeven dit verder te bespreken met zijn collega van Immigratie en Asiel, en er positief tegenover te staan.

Friederycke Haijer, voorzitter van het NJCM: ‘Het NJCM steunt het Shelter City-initiatief en is blij dat minister Rosenthal hier achter staat. Dit initiatief biedt mensenrechtenverdedigers in nood tijdelijk respijt waardoor zij in veiligheid tot rust kunnen komen en hun activiteiten kunnen doorzetten om de mensenrechten in hun land van herkomst te beschermen. Tegelijkertijd leren de mensen van het gastland meer over het leven en de politieke situatie in een ander land. We hopen dat ook Nederlandse steden hieraan zullen deelnemen. Samenwerking met de minister van Immigratie en Asiel, gemeentes, het maatschappelijk middenveld en de academische wereld is belangrijk voor een vlotte organisatie van het verblijf van een mensenrechtenverdediger in nood.’

ESC-rechten

Economische, sociale en culturele (ESC) rechten spelen een belangrijke rol in de praktische ondersteuning bij de verwezenlijking van armoedebestrijding. Bijvoorbeeld, door de bevolking een stem en de middelen te geven om hun rechten op te eisen ten aanzien van toegang tot onderwijs, veilig drinkwater, huisvesting of gezondheidszorg. Om deze redenen hoorde Nederland in 2009 bij de eerste ondertekenaars van het facultatief protocol bij het International Convenant on Economic, Social and Cultural Rights (ICESCR). In 2010 zette Nederland zich binnen de VN-Mensenrechtenraad onder meer in voor resoluties inzake moedersterfte, het recht op voedsel, de relatie tussen mensenrechten en de Millenniumdoelstellingen, en de relatie tussen mensenrechten en klimaatverandering.

Onder de ESC-rechten valt ook het recht op schoon drinkwater en sanitatie. Nederland erkende dit recht in 2008 als mensenrecht, maar onthield zich van stemming over een resolutie over dit onderwerp zoals het in de 64e sessie van de Algemene Vergadering van de VN was ingediend door Bolivia. Nederland deed dit vanwege de wijze waarop het recht in de resolutie was geformuleerd. Daarin ontbrak de nadruk op de verplichtingen van de eigen overheid tegenover haar bevolking, ‘het kenmerk van een mensenrecht’. De resolutie die in september 2010 in de VN-Mensenrechtenraad werd ingediend, was aanzienlijk meer in balans en werd door Nederland van harte gesteund.’

Het NJCM denkt ook mee over deze nieuwe ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten. Klik hier voor de input van het NJCM voor de studie van de VN-Mensenrechtencommissaris over Mensenrechten en Milieu. In 2008 droeg het NJCM al bij aan een studie van de Mensenrechtencommissaris over Klimaatverandering en Mensenrechten. Klik hier voor inzage in dat rapport.

Raad van Europa

Het NJCM is blij met de (her)bevestiging van het belang van de Raad van Europa en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de mensenrechtenrapportage. ‘Hopelijk hoeven we niet vaker terug in de tijd – zoals met de mensenrechtenrapportage over 2010 – om ons het belang van deze mensenrechtenwaakhonden, voor Europa en daarmee Nederland, te herinneren’, aldus Friederycke Haijer.

De rapportage over de Raad van Europa: ‘De Raad van Europa speelt een unieke rol bij het realiseren van de prioriteiten van het Nederlandse mensenrechtenbeleid in Europa. Als enige politieke organisatie in Europa op het gebied van mensenrechten waar het hele Europese continent, met uitzondering van Wit-Rusland, lid van is, speelt de Raad van Europa een centrale rol bij pan-Europese waarborging van de rechten van de mens. De Raad van Europa moet, om zijn essentiële functie in de Europese mensenrechtenarchitectuur goed te kunnen uitvoeren, een slagvaardige organisatie zijn, zowel qua activiteiten als qua middelen.’

En over het hof: ‘Nederland heeft zich ook in 2010 ingezet voor de nodige hervormingen binnen het EHRM om de werklast van dit hof te verminderen. Het EHRM lijdt al jaren onder een explosief toenemende werkdruk, waar op korte termijn een oplossing voor moet worden gevonden, wil het hof ook in de toekomst zijn werk naar behoren kunnen blijven doen.’