Discriminatie van etnische minderheden op de arbeidsmarkt, de vele kinderen met een handicap die niet op school zitten, de bed bad brood-discussie, de slechte bescherming van huishoudelijk personeel, de nijpende gevolgen van bezuinigingen op met name ouderen en kinderen, en de aarbevingsschade in Groningen.
Dit is een greep uit de sociaal-economische en culturele kwesties in Nederland, die door het NJCM zijn aangekaart bij het VN-Comité voor economische, sociale en culturele rechten (CESCR). Op 1 en 2 juni 2017 bespreekt het Comité de naleving van deze rechten door de vier landen van het Koninkrijk der Nederlanden. Dit gebeurt in een sessie met een delegatie van de Nederlandse regering.
Deze en andere zorgpunten staan in de gezamenlijke NGO-schaduwrapportage die het NJCM afgelopen jaar namens 20 maatschappelijke organisaties indiende bij het Comité. Twee leden van het NJCM lichtten de rapportage mondeling toe aan de Comitéleden tijdens een voorbereidende sessie in oktober 2016 in Genève. Recent dienden de organisaties schriftelijk aanvullende informatie in bij het Comité voor de officiële sessie op 1 en 2 juni 2017. Daarbij zal een regeringsdelegatie vragen van de Comitéleden beantwoorden en een dialoog aangaan over de naleving van deze mensenrechten in Nederland. Het NJCM zal ook tijdens deze sessie aanwezig zijn om de punten uit de rapportages onder de aandacht te brengen.
Na afloop van de sessie zal het Comité aanbevelingen doen aan de regering over wat er goed gaat en wat voor verbetering vatbaar is in Nederland. Het NJCM zal toezien op de follow-up van deze aanbevelingen.
Deze rapportageverplichting geldt niet alleen voor Nederland. Alle landen die partij zijn bij het Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) moeten om de vijf jaar rapporteren over de manier waarop zij de rechten uit dit verdrag implementeren en waarborgen. In dit Verdrag zijn onder meer de volgende rechten vastgesteld: het recht op arbeid en goede arbeidsomstandigheden, het recht op gezondheid, onderwijs en sociale zekerheid. NGO’s krijgen de gelegenheid om een zogenaamde ‘Parallel Report’ (schaduwrapportage) in te dienen waarin ze onderwerpen die zij belangrijk vinden kunnen aankaarten bij het Comité. Het College voor de Rechten van de Mens schrijft als nationaal mensenrechteninstituut een eigen rapportage.