Opinie van Venice Commission over verenigbaarheid van cameratoezicht met de mensenrechten

STRAATSBURG. De European Commission for Democracy through Law (‘Venice Commission’) van de Raad van Europa heeft op 11 juli 2007 een opinie gepubliceerd over de verenigbaarheid van cameratoezicht op openbare plaatsen met de mensenrechten. De Commissie concludeert dat cameratoezicht een bedreiging vormt voor het recht op respect voor het privé leven en de vrijheid van beweging.

De Commissie stelt vast dat individuen op openbare plaatsen een beperkte verwachting ten aanzien van hun privacy hebben. Dit betekent volgens de Commissie echter niet dat fundamentele rechten moeten worden opgegeven. Zij beveelt aan dat specifieke regelingen worden vastgesteld op zowel internationaal als nationaal niveau met betrekking tot de inbreuk op de privacy door cameratoezicht. Daarbij zouden de volgende punten moeten worden opgenomen:

  • Cameratoezicht dat wordt ingezet met het oog op de openbare veiligheid of ter voorkoming of opsporing van misdaden dient in overeenstemming te zijn met de eisen van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (recht op respect voor het privé leven).
  • Ten aanzien van het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens dienen de regelingen ten minste mutatis mutandis de eisen te volgen zoals neergelegd in Richtlijn 95/46/EG, en in het bijzonder de artikelen 6 en 7 daarvan (die zijn gebaseerd op het Raad van Europa Verdrag voor de bescherming van personen met betrekking tot geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (ETS No. 108, Verdrag van Straatsburg)).

De Commissie roept de Lidstaten van de Raad van Europa voorts op om, indien zij gebruik maken van cameratoezicht, op systematische wijze de volgende maatregelen te treffen:

  • Het informeren van personen dat zij worden onderworpen aan cameratoezicht op openbare plaatsen, tenzij het cameratoezicht duidelijk zichtbaar is. De situatie dient zodanig te zijn dat een persoon die wordt geobserveerd mag worden verondersteld zich daarvan bewust te zijn, of daarvoor ondubbelzinnig toestemming heeft gegeven.
  • Het instellen van een onafhankelijke overheidsinstantie op nationaal niveau, die tot taak heeft toe te zien op de verenigbaarheid van installaties voor cameratoezicht met de nationaalrechtelijke eisen die effect geven aan de internationaalrechtelijke normen inzake de bescherming van persoonsgegevens.

BRONNEN