Opmerkelijke uitspraken op NJCM-verkiezingsdebat

DEN HAAG. Maandag organiseerde het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) zijn verkiezingsdebat over mensenrechten in de politieke partijprogramma’s. Op de onderwerpen terrorismebestrijding, asielrecht en de oprichting van een Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens legden NJCM-deskundigen de verkiezingsprogramma’s langs de mensenrechtelijke meetlat. In het onderstaande treft u het verslag aan van dit verkiezingsdebat. Tevens wordt het NJCM-standpunt ten aanzien van de voornoemde onderwerpen weergegeven.

Sybrand van Haersma Buma (kamerlid CDA, woordvoerder justitie, positie 18 kandidatenlijst) vindt de genomen anti-terrorismemaatregelen zinvol en meent dat effectiviteit van de maatregelen pas achteraf te meten is. Ook het wetsvoorstel van de minister voor Vreemdelingenzaken Rita Verdonk (VVD) over een verbod op gezichtsbedekkende kleding in alle openbare ruimten (het zogeheten Boerkaverbod) vindt van Haersma Buma zinvol, want men moet in openbare ruimtes herkenbaar zijn en het is integratiebevorderend. Het restrictieve asielbeleid wil het CDA in grote lijnen overeind houden. Een herhaling van de situatie van 10 jaar geleden, toen er 50.000 asielaanvragen per jaar waren, is een schrikbeeld. De asielprocedure moet wel worden verbeterd. Verder is het CDA tegen de oprichting van een NIRM. Van Haersma Buma meent dat er zijn al te veel van dergelijke instituten zijn, zoals het College Bescherming Persoonsgegevens, de Commissie Gelijke Behandeling (CGB), en de Nationale Ombudsman. Dit zijn geen onafhankelijke instanties meer, waarvan het parlement de aanbevelingen serieus moet nemen. Van Haersma Buma verwijst hiervoor naar de recente uitspraak van de CGB over het schudden van handen.

Aleid Wolfsen (kamerlid PvdA, woordvoerder justitie, positie 3 kandidatenlijst) vindt dat alle wet-en regelgeving op het gebied van terrorismebestrijding zorgvuldig en zonder haast is besproken in het parlement en dat het terecht is dat de PvdA (op één uitzondering na) vóór alle nieuwe regelgeving stemde. Wolfsen meent dat de anti-terrorismemaatregelen de veiligheid echt vergroten, maar stelt voor de nieuwe wetgeving na één jaar te evalueren. Het ‘Boerkaverbod’ krijgt van de PvdA geen steun. PvdA is voor een zorgvuldige asielprocedure, de huidige Vreemdelingenwet lijkt tegen de vreemdeling te zijn. Na drie jaar in procedure zouden asielzoekers een verblijfsvergunning moeten krijgen. Ook de PvdA vindt dat er een NIRM moet komen en stelt voor dat daarvoor bij de komende begrotingsbehandelingen door het huidige Kabinet ruimte wordt gemaakt.

Kajsa Ollongren (kandidaat kamerlid D66, positie 5 kandidatenlijst) vindt de nieuwe wetgeving een vals gevoel van veiligheid geven en meent dat het ‘Boerkaverbod’ buitenproportioneel is: het zou gaan om zo’n 150 vrouwen die boerka’s dragen. D66 is voor een Europees asielbeleid, waardoor de ‘lasten’ verdeeld kunnen worden, en ook voor opvang in de regio, mits deze goed is. Tegen een NIRM heeft D66 geen principiële bezwaren, maar wel praktische, zoals de vestigingsplaats.

Jan de Wit (kamerlid SP, woordvoerder justitie, positie 4 kandidatenlijst) wil vooral een zorgvuldige rechtsgang bevorderen in de nieuwe anti-terrorismewetgeving. Ook de SP vindt dat de overheid mag eisen dat mensen in het openbaar herkenbaar zijn. De SP vindt één van de belangrijkste punten in de huidige asielprocedure de positie van de rechter: deze moet uit het bestuursrecht. Een NIRM moet er komen.

De VVD kon op het laatste moment geen spreker afvaardigen.

Deskundige Jan Peter Loof van de Universiteit van Leiden inzake mensenrechten en terrorismebestrijding constateerde dat er meer aandacht was voor mensenrechten dan in eerdere verkiezingsprogramma’s, maar dat vooral anderen dan de Nederlandse overheid op de korrel werden genomen. Deskundige Ashley Terlouw van de Adviescommissie Vreemdelingenzaken gaf aan dat de asielprocedure tekort schiet om verhalen van asielzoekers zorgvuldig te horen en te beoordelen. Bovendien is de opvang voor asielzoekers onder de maat. Vooral de SP, de PvdA en D66 pleiten voor verbetering in de procedure en de opvang. Het CDA gaf aan onverkort achter de huidige procedure te staan.

NJCM vindt dat de privacy en vrijheid van burgers de afgelopen twee jaar in Nederland drastisch zijn ingeperkt. Nieuwe wetten en uitbreiding van bevoegdheden van politie en AIVD zijn in rap tempo ingezet. Dat was nodig om de veiligheid in ons land te verbeteren of in ieder geval mensen het gevoel te geven dat er iets gedaan wordt tegen de onveiligheid. Veiligheid die bij invoering van alle maatregelen in verband wordt gebracht met- al dan niet vermeende- terroristische dreiging. Maar wetenschappers en maatschappelijke organisaties signaleren keer op keer dat de regelgeving doorgeschoten is. Niet in de laatste plaats door de opeenstapeling van nieuwe maatregelen. NJCM vindt het asielbeleid in Nederland niet mensenrechtenproof. De uitgangspunten voor dit standpunt zijn hieronder in een brief aan de politieke partijen te downloaden. Verder is NJCM van mening dat er in Nederland een Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens (NIRM) moet komen, zoals dat in een VN-resolutie in 1992, de Paris Principles, is vastgelegd. Een dergelijk instituut voorziet in een lacune. De motivering hiervoor kunt u vinden in de onderstaande brief.

Brief NJCM aan politieke partijen 22 september 2006