Pensioenfondsen garanderen niet voor iedereen oude dag

HILVERSUM. Het TV programma Zembla (Nederland 3) onthulde in de uitzending van 18 maart j.l. dat een aantal grote Nederlandse pensioenfondsen belegt in bedrijven die landmijnen en/of clustermunitie produceren, kinderarbeid niet schuwen of ernstige milieuschade toebrengen.

Het ging hierin met name om de pensioenfondsen ABP, PGGM, Shell en het fonds van de Spoorwegen. Na de uitzending ontstond de roep om meer openheid over de beleggingen van pensioenfondsen, te meer omdat Nederlanders verplicht sparen voor hun pensioen en daardoor niet om de pensioenfondsen heen kunnen.

Deze beleggingen vinden plaats terwijl veel van de genoemde pensioenfondsen wel beweren hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Een aantal is aangesloten bij diverse instrumenten voor duurzaam beleggen. Een daarvan is het door de UNEP (milieuprogramma van de Verenigde Naties) gestarte UNEP Finance Initiative, dat met betrekking tot beleggen uitmondde in de UN Principles for Responsible Investment. De ondertekenaars beloven hierin om rekening te houden met milieu-, sociale- en governance- normen.

Ook is er het Enhanced Analytics Initiative, een coalitie van vermogensbeheerders en pensioenfondsen die stimuleren dat aandelen-analisten meer aandacht gaan besteden aan niet-financiële criteria, zoals milieu en arbeidsrechten. Dit initiatief wordt ook aangehaald in het persbericht dat de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen naar aanleiding van de uitzending heeft uitgebracht. Hierin wordt gesteld dat veel pensioenfondsen zich terdege bewust zijn van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, dat velen beleid hebben geformuleerd betreffende maatschappelijk beleggen en initiatieven op dit gebied steunen. Volgens deze verklaring gaat men bij schending eerst een dialoog aan met het betreffende bedrijf of poogt men met stemgedrag op aandeelhoudersvergaderingen omstandigheden binnen het bedrijf te verbeteren. Als laatste optie rest het verkopen van de aandelen. De fondsen stellen echter dat het lang niet altijd makkelijk is de prestaties van de bedrijven te volgen en te veranderen.

Een aantal pensioenfondsen belegt ook in bedrijven die landmijnen en /of clusterbommen produceren. Anti-personeelsmijnen zijn verboden door het door Nederland geratificeerde Ottawa-verdrag. Er is vooralsnog geen verdrag dat clustermunitie verbiedt. Wel is reeds een proces gestart om een dergelijk verdrag op te stellen.

De Jonge Socialisten dreigen naar aanleiding van de onthullingen met een rechtszaak tegen de minister van Binnenlandse Zaken. Deze moet volgens hen de pensioenfondsen dwingen hun beleggingen in landmijnproducerende bedrijven terug te trekken, desnoods via (nood)wetgeving. Zij baseren deze claim op het Ottawa-verdrag tegen anti-personeels landmijnen. In dat verdrag wordt de productie, opslag, overslag en handel van anti-personeelsmijnen verboden. Nederland heeft het Ottawa-verdrag geratificeerd en zou dus maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat Nederlandse bedrijven investeren in de productie van dit wapentuig. Hoewel minister Ter Horst geen formele beslissingsbevoegdheid heeft, schendt Nederland wel zijn verplichtingen onder het Ottawa-verdrag als het niet optreedt, zo stellen de Jonge Socialisten.

Hierin volgen de Jonge Socialisten en het PvdA juristen netwerk de redenering die de rechtbank Den Haag volgde in de uitspraak over het geschil van de Clara Wichman Stichting tegen de Staat van 7 september 2005, waarin de subsidie voor de SGP werd ingetrokken omdat deze partij geen vrouwen toelaat en daarmee het VN Vrouwenverdrag schendt. Hier wees de overheid op grond van een formele wet (Wet subsidie politieke partijen) middelen toe aan een op zichzelf onafhankelijke organisatie (SGP), terwijl dat in strijd was met verplichtingen die de Nederlandse overheid had op grond van een verdrag (VN Vrouwenverdrag).

Ook binnen de Europese Unie vindt een debat plaats over clustermunitie. Dat zijn containers (bommen, raketten of granaten) die uiteenvallen in soms honderden kleinere bommen, zogenoemde submunitie’s. Een groot deel hiervan explodeert echter niet, maar blijft liggen, waardoor ook na het conflict veel slachtoffers vallen en schade wordt toegebracht aan hun bezittingen (huizen, landbouwgrond). Zo heeft in juli 2005 het Europees Parlement een resolutie aangenomen tegen clustermunitie en landmijnen waarin de EU en lidstaten worden verzocht:

‘door middel van passende wetgeving, financiële instellingen onder hun jurisdictie of controle te verbieden direct of indirect te investeren in ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, opslag of overdracht van anti-persoonsmijnen en andere aanverwante controversiële wapensystemen zoals clustermunitie;

(…) om te zorgen voor de naleving van wetgeving die investeringen verbiedt in ondernemingen die bij anti-persoonsmijnen zijn betrokken, door middel van doeltreffende controle- en sanctieregelingen; meent dat dit ook de verplichting voor financiële instellingen inhoudt om volledige transparantie te tonen met betrekking tot de ondernemingen waarin zij investeren.’

De onthullingen van Zembla hebben, ook door het getoonde gebrek aan openheid over de beleggingen van pensioenfondsen, tot veel kritiek geleid. Zo ook van vakbonden. FNV en de FNV Bonden zijn van mening dat:

  1. Pensioenfondsen niet dienen te beleggen in wapenbedrijven die clusterbommen en landmijnen maken;
  2. Pensioenfondsen niet dienen te beleggen in bedrijven die vakbondsrechten of mensenrechten schenden en die gebruik maken van kinderarbeid;
  3. Pensioenfondsen zo transparant mogelijk moeten zijn over de bedrijven c.q. fondsen waarin zij beleggen, zonder dat daarbij koersgevoelige informatie naar buiten wordt gebracht.

Afgesproken is verder dat de FNV Werkgroep Pensioenen (FNV WPR) zal onderzoeken hoe transparantie over de beleggingen het best vorm kan worden gegeven.

Een aantal van de pensioenfondsen heeft inmiddels bekend gemaakt openheid van zaken te zullen geven.

BRONNEN