Terrorismebestrijding en de mensenrechten in Europa en de Europese Unie

BRUSSEL. Het Eminent Jurist Panel on Terrorism, Counter-terrorism, and Human Rights van de International Commission of Jurists heeft na een driedaagse zitting in Brussel begin deze maand geconcludeerd dat Europese staten en de Europese Unie zich schuldig maken aan serieuze schendingen van de mensenrechten in hun strijd tegen terrorisme.

Het panel, dat wereldwijd onderzoek doet naar de invloed van terrorismewetgeving op de mensenrechten, kwam tot deze conclusie na getuigenissen te hebben gehoord van Europese deskundigen, zoals advocaten, rechters, beleidsmakers, afgevaardigden van regeringen, de Europese Unie, de Raad van Europa en verschillende non-gouvernementele organisaties, waaronder het NJCM.

Hoewel het panel door de aanslagen in Madrid en Londen de behoefte aan veiligheid van Europese burgers en regeringen begrijpt, maken de leden zich met name zorgen over:

  • het ondersteunen en faciliteren van de Verenigde Staten in ‘extraordinary renditions’ (zogenaamde ‘buitengewone overdrachten’ waarbij een persoon die verdacht wordt van betrokkenheid bij terrorisme onrechtmatig wordt ontvoerd, gearresteerd, aan Amerikaanse functionarissen overgedragen en/of naar een ander land gebracht voor ondervraging ). Hierbij is vaak sprake van geheime en incommunicado detentie;
  • het gebruik van informatie die is gewonnen door marteling en aanverwante verhoormethodes als basis voor strafrechtelijke vervolging en uitlevering;
  • het gebrek aan aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van geheime diensten, met name militaire geheime diensten;
  • het overtreden van het beginsel van non-refoulement en het accepteren van diplomatieke garanties als verantwoording voor uitlevering naar landen die bekend staan om gebruik van marteling als verhoormethode;
  • de brede definities van misdrijven en medeplichtigheid in terrorismewetgeving;
  • de uitbreiding van bevoegdheden voor verzameling van persoonlijke informatie ten behoeve van de rechtshandhaving;
  • het vervreemdende effect van terrorismebestrijding op minderheden, met name Moslims.

Betreffende de toegenomen samenwerking van Europese staten om terrorisme te bestrijden stelt het panel: ‘Whilst acknowledging the need for effective cooperation between states to counter terrorism, the Panel emphasises that such cooperation must take place within a human rights framework, and must be subject to appropriate limitations and safeguards.’

BRONNEN

UPR NGO-report November 2007