VN-Comité inzake Sociale, Economische en Culturele Rechten publiceert Concluding Observations

GENEVE. Het VN-Comité inzake Sociale, Economische en Culturele Rechten heeft op 24 november jl. haar ‘Concluding Observations’ over Nederland gepubliceerd. In dit document doet het VN-Comité een aantal aanbevelingen voor de naleving van het Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten in Nederland.

De ‘Concluding Observations’ maken deel uit van de procedure voor landenrapportages betreffende het VN-verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (verder: ESOCUL-verdrag). Op grond van dit verdrag dienen de regeringen van alle verdragssluitende partijen periodiek een rapportage uit te brengen over de naleving van het verdrag binnen de staat.

De Nederlandse regering heeft op 23 augustus 2005 haar derde periodieke verdragsrapportage uitgebracht. Vervolgens heeft het VN-Comité op 2 maart 2006 een ‘List of Issues and Written Replies’ gepubliceerd: een aantal schriftelijke vragen van het VN-Comité en de antwoorden van de Nederlandse regering. In reactie daarop heeft het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) op 31 augustus 2006 zijn ‘Comments’ (commentaar) aangeboden aan het VN-Comité. Op 7 en 8 november heeft het VN-Comité in haar vergadering de rapportage van Nederland en de daaropvolgende documenten behandeld. Vervolgens heeft het VN-Comité op 24 november haar ‘Concluding Observations’ over Nederland gepubliceerd.

In de Concluding Observations noemt het VN-Comité zowel ‘positive aspects’ als ‘areas of concern’ met betrekking tot de naleving van het ESOCUL-verdrag in Nederland. Tevens formuleert het VN-Comité een aantal aanbevelingen voor een betere naleving van het Verdrag in Nederland. Hieronder volgt een samenvatting van deze punten en aanbevelingen (zie voor de volledige tekst van de Concluding Obervations de weblink onderaan dit nieuwsbericht).

Als ‘positive aspects’ (6 punten) noemt het VN-Comité onder meer:

  • het lage werkeloosheidpecentage in Nederland;
  • het feit dat het minimumloon in Nederland voldoet aan de eisen van artikel 7 van het ESOCUL-Verdrag;
  • de wetgevings- en beleidsinitiatieven die de Nederlandse regering heeft genomen om oudere werknemers aan te moedigen actief te blijven op de arbeidsmarkt;
  • het afschaffen van schoolgeld voor onderwijs aan middelbare scholen;
  • het feit dat Nederland 8 procent van haar Bruto Nationaal Product besteedt aan ontwikkelingshulp, hetgeen hoger is dan het daarvoor geldende VN-percentage van 7 procent;

Als ‘Areas of concern’ (6 punten) noemt het VN-Comité onder andere:

  • het feit dat gerechten in Nederland de bepalingen van het ESOCUL-verdrag alleen toepassen voor zover zij van oordeel zijn dat deze rechtstreeks van toepassing zijn, terwijl de meeste bepalingen van het Verdrag niet rechtstreeks kunnen worden toegepast;
  • de toename van de verspreiding van discriminerende teksten op websites in Nederland;
  • het lage niveau van deelname aan de arbeidsmarkt door vrouwen van etnische minderheden in Nederland;
  • het (doorgaan van) huiselijk geweld en kindermishandeling in Nederland en het gebrek aan specifieke wetgeving met betrekking tot huiselijk geweld;
  • het bestaan van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie in Nederland.

Als ‘Suggestions and recommendatations’ voor Nederland (15 aanbevelingen) noemt het VN-Comité onder meer:

  • het steunen van besluitvorming tot het aannemen van het Optionele Facultatieve Protocol over een individueel klachtrecht bij het ESOCUL-verdrag;
  • het overwegen van ratificatie van de International Convention on the Protection of the Rights of All Migrant Workers and Members of their Families;
  • het opnieuw onderzoeken van de mate waarin bepalingen van het ESOCUL-verdrag rechtstreeks kunnen worden toegepast en het verzekeren dat de verdragsbepalingen effect verkrijgen zoals bedoeld in General Comment 3 van het VN-Comite;
  • het gebruik maken van informatie- en communicatietechnologie, waaronder Internet, voor de verspreiding van praktische en gemakkelijk te begrijpen informatie over economische, sociale en culturele rechten, speciaal voor kwetsbare en gemarginaliseerde personen en groepen
  • het doorgaan met pogingen om verspreiding van racistische propaganda tegen te gaan;
  • het doorgaan met de maatregelen om de obstakels weg te nemen die vrouwen van etnische minderheden ondervinden bij de toegang tot de arbeidsmarkt en het implementeren van maatregelen gericht op de ondersteuning van de deelname van vrouwen, inclusief vrouwen van minderheidsgroepen, aan de arbeidsmarkt;
  • het doorgaan met de pogingen tot bestrijding van mensenhandel en commerciële seksuele exploitatie van vrouwen en kinderen;
  • het tot stand brengen van specifieke wetgeving inzake huiselijk geweld en het versterken van de sociale, psychologische en juridische maatregelen in het kader van het programma ‘Privé Geweld – Publieke Zaak’;
  • het doorgaan met de strijd tegen kinderpornografie en seksuele uitbuiting van kinderen.

BRONNEN