VN Speciaal Rapporteur inzake geweld tegen vrouwen op bezoek in Nederland

DEN HAAG. Mevrouw prof. Yakin Ertürk, UN Special Rapporteur on Violence Against Women, was van 2 tot 11 juli op onderzoeksmissie in Nederland. Ertürk richt zich met name op geweld tegen migrantenvrouwen, geweld in de prostitutie en huiselijk geweld. Prof. Ertürk zal haar bevindingen rapporteren aan de VN-Mensenrechtenraad.

Tijdens haar bezoek in Nederland sprak de Turkse sociologe met minister Bot van Buitenlandse Zaken, minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie, minister Donner van Justitie, met dhr. P. de Klerk, de mensenrechtenambassadeur, en met mevr. A.G. Korvinus, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Tevens bezocht zij de vier grote steden en een terugkeercentrum voor asielzoekers in Leersum. Ook sprak zij met tal van maatschappelijke organisaties die zich bezighouden met vrouwenrechten, mensenhandel, prostitutie en migratie.

Op de laatste dag van haar bezoek in Nederland gaf zij in een afsluitende persconferentie zowel lof als kritiek wat betreft de situatie van vrouwenemancipatie en -rechten. Nederland maakt zich met (internationale) maatregelen altijd sterk voor vrouwen. Tegelijk blijven voor vrouwen in Nederland zelf ongelijke situaties voortduren, ondanks de gelijke rechten.

Ertürk vindt dat ongelijkheid tussen man en vrouw steeds meer wordt gelieerd aan migrantenvrouwen en een integratieprobleem. De ware achtergrond van geweld tegen vrouwen – die vanuit sociaal-historisch oogpunt ligt in ongelijke machtsverhoudingen – wordt volgens haar teveel genegeerd.

Zij maakt zich zorgen over de korte tijd waarin over een asielaanvraag wordt beslist, namelijk binnen 48 uur. Het aantal asielzoekers is daardoor in Nederland verminderd, maar de procedure kent nadelen. De strenge toelatingsregels in Nederland pakken vooral voor vrouwelijke asielzoekers slecht uit. Vrouwen die zijn verkracht of mishandeld hebben vaak zulke complexe trauma’s opgelopen, dat zij daarover niet snel binnen 48 uur zullen spreken. Er moet eerst een band worden opgebouwd met autoriteiten, voordat zij kunnen toekomen aan zulke intieme zaken.

Zij heeft verzocht met spoed aandacht te besteden aan de zelfmoorden en verdwijningen in de terugkeercentra. Jaarlijks verdwijnen er vermoedelijk zo’n 250 alleenstaande minderjarige asielzoekers uit de asielzoekerscentra en belanden in de seksindustrie. Ertürk is bezorgd over verhalen dat vrouwen (onder wie ook minderjarige meisjes), nadat hun asielaanvraag in Nederland is afgewezen, de prostitutie ingaan en het slachtoffer worden van seksuele uitbuiting. Er komen ook zelfmoorden voor. “Dat is zorgwekkend.”

Verder wees Ertürk op de negatieve verschijnselen van het gedoogbeleid voor prostitutie. Door de opheffing van het bordeelverbod in 2000 is de bescherming van prostituees weliswaar verbeterd maar zijn ook illegale circuits ontstaan, waar het slechter is gesteld met de bescherming.

De VN-rapporteur vraagt Nederland meer aandacht te schenken aan de oorzaken van huiselijk geweld. Tachtig procent van de slachtoffers is vrouw. Dat wordt nogal eens over het hoofd gezien, aldus Ertürk. Er is nu eenmaal een rechtstreeks verband tussen huiselijk geweld en de ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen. Vooral in moslimgezinnen is die verhouding nog zeer scheef.

Voor het overige is de VN-rapporteur zeer te spreken over het Nederlands beleid op het gebied van vrouwenemancipatie en vrouwenrechten. Binnen de Verenigde Naties mag Nederland zich zelfs kampioen noemen, en dat is al sinds lange tijd zo, stelt Ertürk vast. Er zijn wel verschillen tussen mannen en vrouwen, maar die hebben niets met een gebrek aan emancipatie te maken. Zo werken vrouwen vaker parttime dan mannen, maar dat komt voort uit vrije keus en is niet het resultaat van ´structurele obstakels´, zoals een gebrek aan kinderopvang.

BRONNEN