Voorstel om politie in hele EU databanken te kunnen laten raadplegen

DRESDEN. Op de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de EU (14-16 januari) heeft EU voorzitter Duitsland een voorstel gedaan om politiediensten van alle EU landen elkaars databanken te kunnen laten raadplegen. De meeste ministers steunen dit idee.

Het voorstel is om het Verdrag van Prüm te integreren in de Europese wetgeving. Dit verdrag regelt een sterkere politionele samenwerking tussen een aantal Europese staten, te weten België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Oostenrijk, Spanje en Nederland. Het doel is het opzetten van een netwerk van nationale databases, zodat de uitwisseling van gegevens en informatie aanzienlijk makkelijker wordt. Op basis van het verdrag geven de aangesloten staten elkaar automatisch toegang tot bepaalde nationale databases. Zowel gegevens van databanken met DNA- analyses en vingerafdrukken, als ook kentekenregisters vallen onder dit verdrag. In Nederland is het verdrag nog niet in werking getreden, maar het is al van kracht in Oostenrijk, Spanje (sinds 1 november 2006) en Duitsland (sinds 23 november 2006). Luxemburg heeft het verdrag van Prüm reeds geratificeerd. De andere staten die het verdrag ondertekend hebben streven ernaar het in het voorjaar van 2007 geratificeerd te hebben.

Het voorstel van Duitsland om dit verdrag deel uit te laten maken van EU wetgeving betekent dus dat alle politiediensten van de EU lidstaten DNA, vingerafdrukken en kentekenregistraties uit elkaars databanken kunnen raadplegen. Ook snelheidovertreders in het EU-buitenland kunnen dus hun bekeuring thuis verwachten. Het verdrag bevat ook bepalingen over de strijd tegen het terrorisme en over reizende gewelddadige verdachten, waaronder ook bijvoorbeeld hooligans vallen. Verder bevat het verdrag bepalingen om politionele samenwerking te verbeteren door bijvoorbeeld gezamenlijke patrouilles en interventies over de grenzen om direct gevaar af te wenden.

Tijdens de bijeenkomst bleek dat de meeste ministers het voorstel steunen. Ook minister Hirsch-Ballin steunt het Duitse voorstel. Het is een “flinke stap voorwaarts” en een “belangrijke ontwikkeling”, aldus de minister. Alleen de ministers van Groot-Brittannië, Ierland, Tsjechië en Polen toonden aarzelingen. Minister Hirsch-Ballin verwacht dat het toch nog enige tijd zal kosten deze landen over te halen, omdat voor het daadwerkelijk invoeren van dit voorstel unanimiteit vereist is. EU voorzitter Duitsland streeft ernaar om bij de volgende vergadering van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, op 15 en 16 februari, de formele besprekingen over dit voorstel te starten.

BRONNEN