NJCM bij herdenking Decembermoorden

AMSTERDAM. Op 8 december jl. vond in de Mozes & Aäronkerk te Amsterdam de herdenking plaats van de slachtoffers van de Decembermoorden in Suriname. Het was die dag exact 30 jaar geleden dat de Decembermoorden plaatsvonden: op 8 december 1982 werden onder het militaire regime van Bouterse vijftien prominente Surinamers gemarteld en omgebracht. Het thema van de herdenking, georganiseerd door het Comité Herdenking Slachtoffers Suriname, was ‘Geen amnestie voor moordenaars’.

Nadat in 2007 het strafproces rondom de Decembermoorden begon, heeft het Surinaamse parlement in 2012 een omstreden amnestiewet aangenomen voor de huidige president Bouterse en andere verdachten. De krijgsraad buigt zich momenteel over de zaak tegen Bouterse en consorten. Op 12 december a.s. zal het proces naar verwachting worden hervat.

Het NJCM is al lange tijd betrokken bij dit thema: kort na de Decembermoorden, in 1983, bracht het NJCM een rapport uit waarin de gebeurtenissen staan beschreven. Dit rapport is hieronder te vinden onder ‘bronnen’. De ICJ – de moederorganisatie van het NJCM in Genève – heeft rondom de zitting van de krijgsraad in mei 2012 een waarnemingsmissie naar Suriname gestuurd. Klik HIER voor het rapport van de ICJ.

Tijdens de herdenking sprak NJCM-vicevoorzitter Marloes van Noorloos over het thema ‘straffeloosheid’. Zij benadrukte dat staten onder internationaal recht verplicht zijn om ernstige mensenrechtenschendingen serieus te onderzoeken en op te treden tegen de verantwoordelijken. Het aannemen van een amnestiewet om onder zulke internationale verplichtingen uit te komen, waardoor machthebbers zichzelf indekken tegen de juridische consequenties van hun eigen daden, is een belediging voor de slachtoffers en voor de rechtsstaat. Een amnestiewet zoals die in Suriname zorgt ervoor dat de waarheid onder tafel blijft – het zorgt voor collectief geheugenverlies in de samenleving, voor ‘institutionalised amnesia’. Het lijden van slachtoffers, en daarmee hun menselijke waardigheid, wordt zo ontkend. Erkenning van wat er gebeurd is, en het nemen van verantwoordelijkheid daarvoor, is nodig om weer verder te kunnen gaan.

‘Organisaties van slachtoffers en hun familieleden zijn in veel Latijns-Amerikaanse landen met succes de strijd aangegaan tegen straffeloosheid. Het NJCM vindt het belangrijk om ook in Suriname te blijven proberen straffeloosheid tegen te gaan.’, aldus Van Noorloos.