Nederland in de VN-Veiligheidsraad: NJCM-blog 4

Interview over accountability in Syrië

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft op 1 januari 2018 de zetel in de VN-Veiligheidsraad overgenomen van Italië. Anne Aagten en Evita Jager van de werkgroep IBM en Raksha Nazir van Europees recht van het NJCM volgen het lidmaatschap op de voet en berichten dit jaar regelmatig over de rol die Nederland hierin speelt en de ontwikkelingen daaromtrent.

In een eerdere blog is het verlammende effect van het vetorecht van de P5 besproken. Toch hebben de niet-permanente leden van de VNVR wel mogelijkheden om op bepaalde terreinen actie te ondernemen. Nynke Staal, beleidsmedewerker bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, vertelt er in deze blog meer over.

Een van de prioriteiten waarvoor Nederland zich inzet tijdens zijn lidmaatschap is accountability. Dit is het tegengaan van straffeloosheid van de meest ernstige misdrijven. In het kader daarvan wordt hier aandacht besteed aan het International, Impartial and Independent Mechanism on international crimes committed in the Syrian Arab Republic (IIIM). Het doel van dit mechanisme is het faciliteren van onderzoek en vervolging van personen die verantwoordelijk zouden zijn voor de meest ernstige misdaden onder internationaal recht begaan in Syrië sinds maart 2011.

Waarom het IIIM en geen ad hoc tribunaal voor Syrië of doorverwijzing naar het Internationale Strafhof? 

Het IIIM is opgericht omdat een verwijzing van de situatie in Syrië naar het Internationale Strafhof door de Veiligheidsraad niet mogelijk was. Het werd geblokkeerd door Rusland (en eerder ook China). Het huidige klimaat in de VNVR staat het oprichten van een ad hoc tribunaal, zoals eerder is gedaan voor bijvoorbeeld Rwanda en voormalig Joegoslavië, niet toe. Gezien deze situatie is voor de oprichting van het IIIM gekozen om de slachtoffers van het conflict in Syrië, dat nu al 8 jaar duurt, uitzicht te bieden op gerechtigheid. Het is essentieel dat nu bewijs wordt verzameld, bewaard en geanalyseerd om vermeende daders later verantwoordelijk te kunnen houden. Het IIIM is daarmee de beste uitkomst in de huidige situatie. Bovendien is het een nieuw, innovatief mechanisme binnen het internationale strafrecht, legt Staal uit. Het brengt, zoals gezegd, ook uitdagingen met zich mee. Omdat het mechanisme via de Algemene Vergadering is opgericht, zijn staten niet verplicht mee te werken met het mechanisme. Staal benadrukt dat het daarom essentieel is dat zoveel mogelijk staten het werk van het IIIM ondersteunen, zowel politiek als operationeel en financieel. 

Wat zijn de prioriteiten die Nederland heeft ten aanzien van het IIIM? 

 Staal: Het is van belang dat het IIIM zoveel mogelijk relevant bewijs ontvangt en zo snel mogelijk kan beginnen met het voorbereiden van strafdossiers. Samenwerking door verschillende partijen is hiervoor zoals gezegd essentieel. Nederland roept andere staten en internationale organisaties hiertoe op in de VNVR, andere fora en bilateraal. Daarnaast heeft minister Blok op 17 mei aangekondigd dat Nederland de komende 4 jaar een extra 2,5 miljoen euro zal bijdragen aan het IIIM. Nederland heeft als eerste bijgedragen aan het IIIM en is ook de grootste donor. Verder wordt geprobeerd de financiering van het IIIM op te laten nemen in het reguliere budget van de VN. 

Wat doet Nederland nog meer omtrent het IIIM? 

We werken sinds de oprichting nauw samen met het IIIM om bij te dragen aan een snelle en efficiënte start van de werkzaamheden, vervolgt Staal. We hebben daarom in maart 2017 een grote expertmeeting georganiseerd in Den Haag. Hier hebben deskundigen van de hoven en tribunalen, technische experts en maatschappelijk middenveld zich kunnen buigen over de praktische uitwerking van de taken van het mechanisme. Daarnaast organiseert Nederland samen met Zwitserland een serie van bijeenkomsten tussen Syrische NGO’s, die de afgelopen jaren ontzettend veel bewijs hebben verzameld, en het IIIM. Als resultaat hiervan is er afgelopen april een samenwerkingsprotocol getekend tussen 26 NGO’s en het IIIM.  

Het uiteindelijke doel is natuurlijk dat vermeende daders van misdrijven worden vervolgd, zegt Staal. Op dit moment is er geen internationaal hof of tribunaal dat rechtsmacht heeft. Daarom zijn nationale aanklagers vooralsnog de enigen die tot vervolging kunnen overgaan in de gevallen waarbij de daders zich buiten Syrië en op Europees grondgebied bevinden. Vorige maand hebben we daarom een bijeenkomst georganiseerd tussen het IIIM en Europese aanklagers aangesloten bij het EU Genocide Netwerk, vertelt Staal. Dit was inclusief de observers Canada, de Verenigde Staten en Zwitserland. Nu het IIIM echt operationeel is, zijn er veel praktische vragen die spelen ten aanzien van de samenwerking en het delen van bewijs. Denk hierbij aan vertrouwelijkheid van gegevens, getuigen en verschillende soorten hulp die het IIIM kan bieden.  

Nederland zet zich zowel in de VNVR als daarbuiten in voor het welslagen van het IIIM.  Met dit concrete geval schetst Staal een goed beeld van de mogelijkheden en obstakels voor de niet-permanente leden van de VNVR. Het is te hopen dat Nederland de gestelde doelstellingen voor dit jaar kan realiseren om de lange termijn doelstellingen van het IIIM zo goed mogelijk veilig te stellen. 

Raksha Nazir

 

De VN-Veiligheidsraad is het hoogste politieke orgaan van de VN, waarin beslissingen worden genomen over internationale vrede en veiligheid. Hier worden alle belangrijke internationale conflicten besproken, maar ook mensenrechtenschendingen en humanitaire hulp. De Veiligheidsraad bestaat uit vijf permanente leden, de zogenaamde P5: de VS, Rusland, China, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, die elk een vetorecht hebben waarmee zij beslissingen van de Veiligheidsraad kunnen blokkeren. De niet-permanente leden moeten worden gekozen en hebben geen vetorecht. 

In 2018 is Nederland een van de tien niet-permanente leden van de Veiligheidsraad. Als verkozen lid zal Nederland ook participeren in subsidiaire organen (o.a. sanctiecomités) van de Veiligheidsraad en tevens het voorzitterschap vervullen van het sanctiecomité Noord-Korea en het Iran/Joint Comprehensive Plan of Action facilitatiemechanisme. Nederland was zes keer eerder lid, waarvan de laatste keer in 1999-2000.

Meer lezen?

Lees hier de eerste blog over de Nederlandse plannen voor het lidmaatschap.

Lees hier de tweede blog over hoe Nederland de VNVR wil hervormen.

Lees hier de derde blog met een interview over internationale vrouwenrechten en gendergelijkheid.

Lees hier de vijfde blog over de naleving van het internationaal humanitair recht in de context van honger in Jemen.