Nederland in de VN-Veiligheidsraad: NJCM-blog 7

Watermanagement en –schaarste

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft op 1 januari 2018 de zetel in de VN-Veiligheidsraad (VNVR) in New York van Italië overgenomen. Raksha Nazir van de werkgroep Europees recht en Anne Aagten en Evita Jager van de werkgroep IBM van het NJCM volgen dit lidmaatschap op de voet en berichten regelmatig over deze nieuwe rol van Nederland en de ontwikkelingen daaromtrent op deze website.

Deze zevende en laatste blog gaat over een onderwerp op de VNVR-agenda dat ook een belangrijk speerpunt is van Nederland: watermanagement en –schaarste. Een aantal experts op dit gebied is gevraagd om hun mening te geven over verschillende aspecten hiervan.

Op 22 maart 2018, Wereld Waterdag, trapte VN-Secretaris-Generaal António Guterres de International Decade on Water for Sustainable Development af met een toespraak in de VN-Veiligheidsraad. Hierin constateert hij een groeiende vraag naar schoon water in de wereld, die de druk op de beschikbare waterbronnen verder vergroot. De Secretaris-Generaal ziet in slecht watermanagement een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van chronische of terugkerende watertekorten. Daarnaast benoemt hij klimaatverandering als bron van waterschaarste. In zijn toespraak vraagt de Secretaris-Generaal daarom in het bijzonder aandacht voor doelstelling nummer zes van de Sustainable Development Goals (SDGs): veilig drinkwater en adequate sanitaire voorzieningen voor een ieder. Deze doelstelling is instrumentaal voor de verwezenlijking van een aantal andere SDGs, zoals het terugdringen van armoede, het bevorderen van economische groei (denk aan vrouwen die, in plaats van water te halen voor hun families, inkomen kunnen genereren door te werken) en het behouden van gezonde ecosystemen.

Water en conflict

Waterschaarste en inadequaat watermanagement kunnen bovendien leiden tot politieke conflicten en instabiliteit. Dat zien we al op verschillende plekken in de wereld gebeuren. De Nederlandse Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, minister Kaag, illustreerde dit fenomeen tijdens de bijeenkomst op 22 maart met het voorbeeld van het Tsjaadmeerbassin. Dit meer wordt omringd door Tsjaad, Kameroen, Niger en Nigeria. Minister Kaag: ‘De situatie rondom het Tsjaadmeer is een voorbeeld van een conflict waarbij alleen een gecombineerde aanpak van veiligheid en ontwikkeling tot duurzame stabiliteit kan leiden. Nederlandse expertise kan daar een substantiële bijdrage aan leveren’.

We vroegen Lesha Witmer van de Women for Water Partnership, die zich inzet voor onder meer samenwerking rond het recht op water, hoe zij tegen de problematiek rond het Tsjaadmeerbassin aankijkt. Zij ziet het ‘helaas’ als ‘een goed voorbeeld van hoe water, of beter het gebrek eraan, ons leven en de verhoudingen tussen landen en mensen (negatief) kan beïnvloeden, maar ook hoe internationale wetgeving samenwerking kan helpen [realiseren].’ Het meer is van essentieel belang voor de bevolking van de omringende landen. Door de invloed van terreurbeweging Boko Haram en de oprukkende woestijn is goed beheer van het water cruciaal geworden. Tsjaad is sinds 2018 partij bij de beide internationale zoetwaterverdragen, de UN Economic Commission for Europe Water Convention (ECEWC) en de UN Watercourses Convention (UNWC). Nigeria is partij bij de UNWC. Door aansluiting bij deze verdragen kunnen de problemen rond watermanagement en –schaarste bespreekbaar worden gemaakt. Helaas heeft deze ontwikkeling nog niet geleid tot een vermindering van de crisis rondom het Tsjaadmeer, waar 2,4 miljoen mensen inmiddels de regio zijn ontvlucht vanwege geweld, honger en ondervoeding.

Witmer merkt op: ‘Toegang tot en gebruik van water is politiek een zeer gevoelig onderwerp, want aan de ene kant kan het leiden tot conflict en aan de andere kant [kan het] inspireren om samen te werken’. Vernieling van bestaande watervoorzieningen wordt bijvoorbeeld steeds vaker ingezet als wapen in gewapende conflicten, terwijl de Genève Conventie en de UNWC dit expliciet verbieden. Witmer noemt hier ter illustratie de situatie in Aleppo in Syrië, waar waterleidingen opzettelijk zijn beschadigd met als gevolg een prijsstijging van 3000% van water. Hierdoor hebben Syrische families een groot gebrek aan (zuiver) water en dat geeft gezondheidsrisico’s, wat weer leidt tot verdere (interne) migratie. Een positief voorbeeld is de samenwerking tussen de Internationale Arbeidsorganisatie, de Jordaanse regering, het Duitse GiZ en lokale NGO’s bij het opleiden van vrouwen tot loodgieter. Dit leidt tot beter onderhoud, meer waterzekerheid en een bron van inkomsten voor deze vrouwen (waaronder Syrische vluchtelingen).

Nederland als waterexpert

Door zijn grote expertise op het gebied van water geeft Nederland al decennia advies over watermanagement aan andere landen. Ons land kan dan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de bewustwording van het belang van (internationaal) waterbeheer. Dat draagt Nederland bijvoorbeeld uit door partij te zijn bij beide genoemde internationale zoetwaterverdragen en door andere landen te motiveren om ook toe te treden. Wat dat laatste betreft mag er volgens Witmer nog wel een tandje bij: tot nu toe hebben slechts 63 van de 193 lidstaten één of beide verdragen geratificeerd.

Nederland is actief in verschillende internationale fora waar waterbeheer en watermanagement hoog op de agenda staan. Tijdens besprekingen in de High Level Panel on Water en de Global High Level Panel on Water and Peace van de Verenigde Naties wordt de impact van onder meer klimaatverandering besproken. Die impact blijkt bijvoorbeeld uit het toenemende aantal overstromingen, langdurige droogte en de daarmee samenhangende desastreuze gevolgen in bijvoorbeeld deltagebieden.

Hoe Nederland een rol van betekenis kan spelen op het gebied van watermanagement in de praktijk, vroegen we aan twee medewerkers van milieu- en ontwikkelingsorganisatie Both ENDS, dat zich onder andere inzet voor inclusief waterbeheer wereldwijd: Annelieke Douma en Giacomo Galli.

Zij wijzen eerst op zogenoemde masterplannen, waarmee Nederland overheden in met name deltalanden ondersteunt (bijvoorbeeld in Zuid Afrika). Middels deze plannen wordt kennis van Nederlandse deskundigen met betrekking tot waterbeheer gedeeld met deze overheden. De vraag naar deze plannen ontstaat veelal naar aanleiding van urgente problemen, zoals bijvoorbeeld overstromingen in het drukbevolkte Jakarta. Both ENDS is echter niet onverdeeld positief over de door Nederland ondersteunde masterplannen. Volgens Galli zijn de plannen vaak niet duurzaam, omdat milieuaspecten onvoldoende worden meegenomen en de actieve participatie van de lokale bevolking vaak ontbreekt. De sociaal-politieke context van landen waarin Nederland investeert via handelsmissies en het ontwikkelen van masterplannen is gevoelig en complex. Zo worden in Brazilië, Colombia of de Filipijnen – landen waar de Nederlandse watersector ook actief is – mensen die opkomen voor hun rechten of die hun waterbronnen beschermen bedreigd of zelfs vermoord. Des te belangrijker is het volgens Galli dat de Nederlandse masterplannen niet enkel draaien om de technische vraagstukken, maar dat de politieke situatie en vragen rondom inclusiviteit en mensenrechten serieus in acht worden genomen.

Douma vult aan: ‘Nederland heeft een lange staat van dienst als het gaat om inclusief watermanagement. Neem de waterschappen: deze oudste democratische instituten werden al in de 12e eeuw opgericht. De water-expertise van Nederland in het buitenland legt echter vooral de nadruk op de technologie en de infrastructuur. Hier speelt eigenbelang duidelijk een rol, want het is goed voor “BV NL”, voor onze bouw- en baggerbedrijven en de financiële sector.’ Volgens Douma zou Nederland veel meer haar expertise rondom participatie, samenwerking en het ‘polderen’ naar voren kunnen brengen, en daarbij heel goed rekening moeten houden met de specifieke sociale en politieke context van de gebieden waarin zij opereert.

De Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken presenteerde juni 2018 een evaluatie van het beleid op het gebied van ontwikkeling en verbetering van waterbeheer van de afgelopen 10 jaar. Dit beleid gaat over de ontwikkelingshulp van Nederland en omvat ook de invloed van de Nederlandse watersector. De evaluatie bevestigde het beeld dat institutionele interventies niet duurzaam zijn en dat overstijgende thema’s als milieu, bestuur, gender en armoedebestrijding te weinig aandacht krijgen binnen de door Nederland ondersteunde waterbeheerprogramma’s. Volgens Douma en Galli zou Nederland een meer actieve rol kunnen spelen door een duurzamere manier van waterbeheer te ontwikkelen en uit te dragen, vooral door zich meer te richten op het ‘exporteren’ van inclusieve en duurzame besluitvormingsprocessen over water, in plaats van technische oplossingen.

Dat deed Nederland bijvoorbeeld op 26 oktober 2018, toen het een informele Arria-formula-meeting binnen de VNVR organiseerde over water, vrede en veiligheid. Dit is een informele bijeenkomst in de loungeruimte van de VN-delegaties (vernoemd naar de president van de VNVR in 1992, Diego Arria). Het doel van een dergelijke bijeenkomst is het uitwisselen van informatie tussen mensen uit het veld en VNVR-leden. In oktober werd gesproken over de implementatie van de VN-mandaten, die ingaan op het versterken van het mondiale monitoren van ontwikkelingen op het gebied van waterkwantiteit- en kwaliteit en het versterken van waterdiplomatie, omdat dit op grote schaal zou bijdragen aan het behouden van internationale vrede en veiligheid. Met deze Arria-meeting wilde Nederland onderzoeken wat de risico’s zijn op het gebied van klimaatverandering. Een initiatief dat tijdens de bijeenkomst werd genoemd was het Water Peace and Security Initiative, een samenwerkingsverbond dat is opgericht door een aantal Nederlandse organisaties met steun van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Eén van de instrumenten die is ontwikkeld binnen het verbond is technologie om te kunnen voorspellen waar dreigingen op het gebied van water zich kunnen voordoen.

Uit deze korte verkenning blijkt dat regionale en mondiale samenwerking cruciaal is om de diverse problemen die spelen rond het recht op water op een duurzame manier aan te kunnen pakken. Als groot expert op het gebied van watermanagement kan Nederland een belangrijke rol spelen in de verwezenlijking van de Sustainable Development Goals met betrekking tot water. Onderdeel daarvan is het uitdragen van het belang van goed waterbeheer op internationaal niveau. Die handschoen heeft Nederland opgepakt en verschillende initiatieven zijn opgestart, onder meer in het kader van de VN-Veiligheidsraad. Tegelijkertijd wordt door NGO’s gewaarschuwd voor de negatieve gevolgen en blinde vlekken van het Nederlandse beleid op dit gebied. Om geloofwaardig pleitbezorger voor het recht op water te kunnen zijn op het hoogste niveau, zal Nederland kritisch moeten durven kijken naar zijn eigen bijdrage aan het probleem en orde op zaken stellen waar dat nodig is.

Evita Jager

Dit was de laatste bijdrage in de serie blogs over Nederland in de VN-Veiligheidsraad 2018.

De VN-Veiligheidsraad is het hoogste politieke orgaan van de VN, waarin beslissingen worden genomen over internationale vrede en veiligheid. Hier worden alle belangrijke internationale conflicten besproken, maar ook mensenrechtenschendingen en humanitaire hulp. De Veiligheidsraad bestaat uit vijf permanente leden, de zogenaamde P5: de VS, Rusland, China, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, die elk een vetorecht hebben waarmee zij beslissingen van de Veiligheidsraad kunnen blokkeren. De niet-permanente leden moeten worden gekozen en hebben geen vetorecht.

In 2018 is Nederland een van de tien niet-permanente leden van de Veiligheidsraad. Nederland was zes keer eerder lid, waarvan de laatste keer in 1999-2000. Het lidmaatschap van Nederland van de Veiligheidsraad in 2018 zal worden geleid door de ervaren VN‑diplomaat Karel van Oosterom. Als verkozen lid zal Nederland ook participeren in subsidiaire organen (o.a. sanctiecomités) van de Veiligheidsraad en tevens het voorzitterschap vervullen van het sanctiecomité Noord-Korea en het Iran/Joint Comprehensive Plan of Action facilitatiemechanisme.

Meer lezen?

Lees hier de eerste blog over de Nederlandse plannen voor het lidmaatschap.

Lees hier de tweede blog over hoe Nederland de VNVR wil hervormen.

Lees hier de derde blog met een interview over internationale vrouwenrechten en gendergelijkheid.

Lees hier de vierde blog met een interview over accountability in Syrië.

Lees hier de vijfde blog over de naleving van het internationaal humanitair recht in de context van honger in Jemen.

Lees hier de zesde blog over het hervormen van VN-vredesmissies.